Too big to fail.
Als de huidige ontwikkelingen in Europa aanhouden - die vrijwel zeker gaan uitdraaien op een BankUnie - konden we binnenkort weleens te maken krijgen met mega-instellingen: enorme banken en verzekeraars die volgens de staat too big to fail zijn en dus overal mee kunnen wegkomen.
De obstakels die dergelijke instellingen op dit moment voorkomen worden immers stelselmatig uit de weg geruimd. Zo is er een munt, worden de garantstellingen gelijk getrokken en wordt het toezicht geharmoniseerd.
Het zal u zijn opgevallen dat banken zich nu al niet al te veel aantrekken van de belangen van de consument (en de belastingbetaler) omdat ze weten dat ze, als puntje bij paaltje komt, toch wel op staatssteun kunnen rekenen. Wat denkt u dat er gebeurt als deze banken drie keer zo groot zijn en met elkaar de dienst uitmaken - niet in slechts één landje, maar in heel Europa?
Juist, dat is natuurlijk een nachtmerriescenario van jewelste. In plaats van efficiënter te werken zullen deze instellingen zo groot zijn dat geen enkele staat nog adequaat toezicht kan houden.
Met bovenstaande in gedachten heeft Kamerlid Pieter Omtzigt een motie ingediend die morgen behandeld wordt. In deze motie vraagt hij de regering om met een blauwdruk te komen voor de integratie van de financiële sector en om duidelijk te maken welke schaalgrootte acceptabel is (zie hieronder). Daarnaast wil hij dat het kabinet aangeeft welke nieuwe Europese bevoegdheden er moeten komen, en hoe die nieuwe bevoegdheden kunnen worden vormgegeven. Dit is van belang omdat de bankenunie slechts 17 lidstaten behelst, terwijl 27 staten gebonden zijn aan het Europese recht. Dat is al gecompliceerd, maar het wordt nog warriger als je bedenkt dat er ook banken zullen zijn die deels in, en deels buiten de bankenunie zullen opereren. Wat moet daarmee gebeuren?
Je zou denken dat zo'n motie appeltje-eitje is, maar in Nederland anno 2013 ben ik daar alles behalve zeker van. Tegenwoordig kiezen politici er liever voor om géén plannen te maken voor de toekomst - omdat je dan immers ergens voor of tegen stelling moet nemen.
In dit specifieke geval is dat nogal problematisch aangezien de gevolgen werkelijk desastreus zullen zijn. Trouwe lezers van DDS weten dat ik bepaald geen fan ben van een mogelijke bankenunie, maar ik weet wel dat als je het doet, je het goed moet doen. En dat houdt onder andere in: ervoor waken dat er geen oncontroleerbare, ontransparante mega-instellingen komen die samen de dienst uitmaken en zich verder van niemand iets aantrekken - niet van overheden én niet van hun klanten. Door hier nu al over na te denken maakt het CDA zich zowaar weer eens nuttig. De vraag is echter: wat doen de andere partijen, die het ook te pas en te onpas over 'aansprakelijkheid' en 'transparantie' hebben? Gaan de VVD, PvdA, SGP, ChristenUnie, GroenLinks, en D66 mee met de christendemocraten, of steken ze toch maar liever de kop in het zand om 'm er pas weer uit te halen op het moment dat mega-instellingen een onontkoombaar feit zijn en ze alleen nog maar kunnen 'redden wat er te redden valt'?
De motie:
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 20122013
33 551
Staat van de Europese Unie 2013
Nr. 11
MOTIE VAN HET LID OMTZIGT
Voorgesteld 7 maart 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er gewerkt wordt aan het versterken van de Economische en Monetaire Unie;
constaterende dat dit proces zou kunnen leiden tot mega-instellingen (banken, verzekeraars en misschien zelfs pensioenfondsen) die impliciet of expliciet enorme nationale en Uniegaranties zouden krijgen;
verzoekt de regering, te komen met een blauwdruk voor de integratie van de financiële sector waarin duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is, en financiële instellingen niet oppermachtig worden door hun omvang en door deze garanties;
verzoekt de regering tevens, daarbij aan te geven op welke wijze nieuwe Europese bevoegdheden die leiden tot de gewenste vorm van de financiële sector dan wel door middel van verdragswijziging tussen alle lidstaten, een verdragswijziging tussen groepen of door middel van een rechtsinstrument van secundair recht kunnen worden vorm gegeven,
en gaat over tot de orde van de dag.