Wanneer banken over landsgrenzen heen krediet verstrekken, betreden ze zelden slechts een andere markt – ze betreden een andere cultuur. In mijn proefschrift Banks, Credit and Culture onderzocht ik de impact van culturele verschillen op grensoverschrijdende kredietverlening, en kwam ik tot een verontrustende maar structurele conclusie: banken onderschatten systematisch de risico’s die voortvloeien uit de sociale, institutionele en culturele context van het land waarin zij actief worden. Wanneer die leningen vervolgens mislukken – wanneer bedrijven failliet gaan of kredieten niet worden afgelost – is er een opvallend patroon zichtbaar. Banken grijpen dan vaak naar één ultieme verklaring: fraude. De noodgreep "fraude": een vluchtweg voor bancaire blunders
Waarom gebeurt dit zo vaak? Omdat fraude de enige plausibele uitweg is die banken overhouden om zichzelf vrij te pleiten van verwijtbaar handelen. De bancaire professie – met haar claim op deskundigheid, prudentie en risicobeheersing – laat eigenlijk geen ruimte voor het idee dat een kredietverlener zich eenvoudigweg vergist heeft in een buitenlandse omgeving. Toegeven dat men de normen, waarden, bedrijfspraktijken of governancecultuur van het gastland niet goed heeft begrepen, betekent toegeven dat men fundamentele beoordelingsfouten heeft gemaakt. En die fout past niet binnen het zelfbeeld van een professionele kredietinstelling.
Fraude als juridische strategie en culturele reflex
De enige ontsnappingsroute is dan: het was geen inschattingsfout, het was fraude. Het verlies is niet onze verantwoordelijkheid, maar het gevolg van opzettelijk misleiden door de kredietnemer. Zo ontstaat een narratief waarin buitenlandse ondernemers, bestuurders of functionarissen doelbewust als bedriegers worden neergezet. Niet zelden worden lokale rechtbanken of opsporingsdiensten betrokken in dit proces, aangemoedigd door bancaire druk of internationale reputatiebelangen. Daarmee wordt fraude niet alleen een juridische strategie, maar ook een culturele reflex: een manier voor banken om de controle te herwinnen over een situatie die zij zelf onvoldoende doorgrond hadden.
Een terugkerend patroon in internationale kredietverlening
Deze dynamiek is geen uitzondering, maar een terugkerend patroon. Denk aan de kredietverlening van Europese banken in Latijns-Amerika, of van Amerikaanse instellingen in Oost-Europa en Zuidoost-Azië. Wanneer projecten mislukken, worden lokale verschillen in zakencultuur zelden openlijk erkend. Wat volgt is een juridische verharding, niet zelden met catastrofale gevolgen voor bedrijven, reputaties en zelfs landen.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) Steun DDS! De Dagelijkse Standaard vecht tegen de stroom in en brengt u het nieuws en de opinie die de mainstream media vaak voor u verzwijgen. Maar dit belangrijke werk kost geld en wij zijn volledig afhankelijk van de steun van onze lezers. Wilt u dat wij doorgaan? Help ons dan met een donatie via BackMe! Elke bijdrage, groot of klein, helpt ons om uw stem te blijven vertegenwoordigen en de strijd voor een écht rechts geluid voort te zetten. Doneer nu via: https://dds.backme.org/ De schadelijke gevolgen voor kredietnemers en het bancaire systeem
Deze praktijk is schadelijk, niet alleen voor de kredietnemers, maar ook voor de geloofwaardigheid van het internationale bancaire systeem zelf. Het vermogen om risico’s juist in te schatten in andere culturen zou juist een kerncompetentie moeten zijn van grensoverschrijdende banken. Door systematisch terug te vallen op het stigma van fraude, verdoezelen banken hun eigen tekortschietende culturele intelligentie en dragen ze bij aan een klimaat van wantrouwen en juridisering.
De noodzaak van culturele intelligentie in de bancaire sector
Het wordt tijd dat de bancaire sector zijn culturele blinde vlek onder ogen ziet. En dat ook toezichthouders en rechters zich bewust worden van dit patroon, waarin ‘fraude’ soms minder een vaststelling is dan een vluchtweg.