De zorgkosten voor de gemiddelde Nederlander stijgen komend jaar flink. De zorgtoeslag daalt, terwijl de premie voor de basisverzekering stijgt en het aantal medische aandoeningen dat gedekt wordt afneemt. Een noodzakelijke beslissing, waar zowel de zorgsector zelf als de patient bij gebaat zou kunnen zijn.
Het is niet zo gek dat de zorgkosten de spuigaten uitlopen. In Nederland hebben we het idee omarmd dat gezondheid een 'recht' is, dat zo ongeveer door alles en iedereen gewaarborgd moet worden, behalve door de persoon in kwestie zelf. We moeten vet kunnen eten, ons leven zittend doorbrengen en daarbij roken en drinken, maar wanneer we daar de gevolgen van ondervinden, moeten huisarts, diëtist, fysiotherapeut en chirurg op afroep beschikbaar zijn.
En dat kost geld. Dat dit - terecht - in de ogen van dit kabinet een onhoudbare situatie is, schrijft het Parool:
Het kabinet beschouwt de almaar stijgende zorgkosten als een bedreiging voor de 'houdbaarheid van de overheidsfinanciën' en kondigt aan dat in de toekomst aanvullende stappen nodig blijven om de kosten te beheersen. Het kabinet becijfert dat in een gezin met een modaal inkomen nu al meer dan een vijfde uitgeeft aan zorgkosten. Als er niets zou gebeuren, zou dat in 2040 oplopen tot bijna 40 procent.
Maar natuurlijk moet de oplossing voor dit probleem niet alleen gezocht worden in stijgende zorgkosten voor het individu en hopen op een mentaliteitsverandering bij de bevolking. Er moet - én kan - ook een en ander veranderen in de zorgsector zelf. Zo zijn de bezuinigingen een uitgelezen kans om eens stil te staan bij wat we van de zorgsector hebben gemaakt.
Zo heeft bijvoorbeeld een panisch gebrek aan vertrouwen in vakmanschap van het ziekenhuis een instantie gemaakt waarbij de bureaucratie de primaire taak - namelijk: zorg - al lang naar de achtergrond verbannen heeft. Een adminstratief apparaat waarbij iedere handeling in drievoud gecontroleerd wordt en ook deze controle zelf aan controle onderhevig is, zou alle menselijke feilbaarheid moeten uitsluiten, maar leidt daadwerkelijk alleen maar af. Daarbij zijn niet alleen vakmensen veel - kostbare! - tijd en energie kwijt, maar ontstaat er praktisch gezien ook nog een personeelsgroep die niets met zorg te maken heeft: de manager.
Degene die dit goed begrepen heeft en in zijn eigen ziekenhuizen een eind maakte aan deze onzin, is Loek Winter. En wat zien we daar? Zorg naar tevredenheid van patiënt en personeel, die ook nog eens stukken goedkoper is!
De bezuinigingen hoeven niet persé te leiden tot achteruitgang in kwaliteit. Maar dan moeten we ons wel realiseren waar het om gaat in de zorg: zorg.
Foto: Photobucket.com, door Weeze_photo's.