Daar kwamen ze. Daar kwamen de klimaatalarmlisten, goed bedoelende diplomaten en bureaucraten om in Polen te spreken over concrete invullingen van het Klimaatakkoord van Parijs (2015), dat overigens op een flop gaat uitlopen als de deelnemende landen niet heel snel met goede ideeën komen. Maar met de huidige obsessie voor CO2-reductie als middel om klimaatverandering (opwarming) te 'sturen' zal het waarschijnlijk sowieso op een fiasco gaan uitlopen met de huidige technologie. Deelnemende landen zijn voornemens een handboek op te stellen waarin ze concrete plannen voor het
klimaatbeleid willen ontwikkelen. De kenners weten ondertussen wel dat het Klimaatakkoord van Parijs vooral heel veel wollige taal bevat met een focus op CO2-reductie. Een zeer destructief middel, want het gaat natuurlijk klauwen vol geld kosten om CO2 te reduceren. Niet alleen geld, maar het kan allerlei onbedoelde neveneffecten op de stabiliteit en structuur van onze economie hebben, gevolgen die wij nu nog kunnen voorspellen. Maar om een concreet voorbeeld te geven, hogere energieprijzen kunnen zomaar ineens een aantal faillissementen veroorzaken of erger duizenden arbeidsplaatsen doen verdwijnen.
Dat is helemaal niet vreemd om te denken, want de huidige plannen voor zover deze door Nederland zijn behandeld lijken juist de stabiliteit van de economie te ondermijnen. En dus wordt de rekening daar neer gelegd waar deze altijd terechtkomt in dit soort situaties: Nederlandse burgers. Van klein tot groot. 'Het bedrijfsleven moet meer betalen' roepen partijen als de SP en GroenLinks. En ongetwijfeld dat degenen die de meeste CO2 uitstoten meer willen betalen, maar dat is maar zeer de vraag in onze geglobaliseerde wereldeconomie.
Nederland heeft in Polen alvast toegezegd arme landen te gaan helpen bij implementatie van het klimaatakkoord. Nee, minister Kaag gaat geen condooms uitdelen in landen waar de bevolkingsomvang supersnel groeit, maar het gaat om het financieren van projecten en leveren van technische ondersteuning.
Minister Kaag: "Ze hebben dan wel de doelen aanvaard, maar bij wijze van spreken komt de onderhandelaar dan terug in eigen land en wordt er gedacht: oké, we gaan weer over tot de orde van de dag. Veel ontwikkelingslanden hebben al moeite genoeg om bijvoorbeeld te zorgen voor voedselzekerheid voor de eigen bevolking, er is veel goede wil, maar in de uitvoering hapert het." Vreemd, want ook de uitstoot van een land als Uganda is zo minimaal dat het nauwelijks impact heeft om daar met technologische innovaties CO2-uitstoot 'te beperken'.