Kamerleden hebben er geen zin meer in om tot diep in de nacht te vergaderen. Dat kan. De oplossing voor dat probleem hebben ze in eigen hand.
In De Telegraaf neemt SP-Kamerlid Harry van Bommel het woord namens een aantal collega's die gesteld zijn op een normaal dag-en-nacht-ritme en een gezonde portie slaap. De parlementariër vindt dat het de spuigaten uitloopt wat betreft de nachtelijke vergaderingsavonturen die de Tweede Kamer steeds vaker onderneemt:
Tweede Kamerleden krijgen zo langzamerhand tabak van debatten die tot ver in de nacht duren. SP-Kamerlid Van Bommel baalt zo van het nachtelijk vergaderen, dat hij het bestuur van de Tweede Kamer wil bewegen er iets aan te doen.
Hoe later het wordt, hoe groter de vermoeidheid, de irritaties en de kans op bedrijfsongevallen, zegt Van Bommel. Ook is het niet goed voor de transparantie van de politiek. We willen namelijk graag dat burgers en belangengroepen betrokken zijn en de debatten volgen. Dan kun je niet van ze vragen om tot drie uur s nachts wakker te blijven.
Allereerst natuurlijk begrip voor het feit dat geregeld nachtelijk vergaderen uiteraard niet gezond is. Veel Kamerleden hebben partners en kinderen die aandacht nodig hebben op vaste tijden. Daarnaast gooi je je bioritme in de war en - zoals Van Bommel ook al zegt - "Hoe later het wordt, hoe groter de vermoeidheid, de irritaties en de kans op bedrijfsongevallen."
De SP'er is echter niet helemaal eerlijk over de oorzaak van dit probleem; hij doet net alsof het bestuur van de Kamer hiervoor verantwoordelijk is; ze hebben de debatten op bizarre tijden ingepland. Schandalig!
Maar zo ligt dat niet: de waarheid is dat de Kamer een overvol schema heeft qua aantal debatten dat moet worden gevoerd. Dat komt in eerste instantie vooral door de Kamerleden zelf. Door om elke scheet, elke flauwgevallen huismus op Terschelling en ieder pietluttig klein probleempje dat zich voordoet in Nederland een debat aan te vragen. Alsof de politiek op alle maatschappelijke problemen een antwoord heeft, laat staan dat het wenselijk zou zijn dat de overheid zich met elk miniscuul ongemakje gaat bemoeien.
Als Kamerleden dus minder nachtelijk willen vergaderen, zullen ze dus eerst en vooral de hand in eigen boezem moeten steken. Minder onzinnige Kamervragen indienen, en geen debatten aanvragen over kwesties die Den Haag toch niet kan oplossen. Wees voor één keer een keertje kritisch, waarde Kamerleden. Nederland redt het heus ook wel zonder overdreven bemoeienis; richt u zich eerst maar eens op uw eigen Dromenland.