Het rommelt opnieuw in de Partij voor de Dieren (PvdD). En dit keer gaat het niet om interne machtsspelletjes of duistere bestuursprocedures, maar om de ziel van de partij zelf. Want waar de partij ooit trots haar pacifistische wortels uitdroeg – geen wapens, geen oorlog, maar vrede, compassie en dierenrechten – wil partijleider Esther Ouwehand die lijn nu abrupt doorknippen. En dat pikt de Eerste Kamerfractie niet. Goed zo. Eindelijk weer politici met ruggengraat. Ouwehand als oorlogshitser?
Wie het nog niet gevolgd had: Ouwehand, ooit het boegbeeld van idealisme en zuiverheid in de politiek, lijkt de laatste maanden getransformeerd tot een pleitbezorger van militaire herbewapening. In een podcast liet ze onlangs weten dat investeren in
defensie voor haar een “noodzakelijk kwaad” is geworden. Haar reden? De Verenigde Staten zouden als steunpilaar wegvallen en Europa moet zichzelf kunnen verdedigen. Een klassiek
NAVO- en EU-verhaal – recht uit het handboek van het politieke kartel.
Maar juist dat geluid hoort totaal niet thuis bij de Partij voor de Dieren. En dat vindt de Eerste Kamerfractie dus ook. Senator Niko Koffeman – een van de oprichters van de partij –
zegt het helder: deze koerswijziging kan niet zonder de leden. Want dit is geen nuanceverschil, dit is een fundamentele breuk met de kernwaarden van de partij.
(Artikel gaat verder onder deze oproep) Sluit je aan bij duizenden DDS-lezers. Geen spam. Alleen eerlijke updates, scherpe opinies en onmisbare analyses. Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief.
Rotterdams verzet, Haagse verwording
Het is niet alleen de senaatsfractie die zich afzet tegen Ouwehands “oorlogskoers”. In Rotterdam stapten deze week twee gemeenteraadsleden op uit onvrede. Fractievoorzitter Ruud van der Velden en raadslid Sabrina van de Peppel lieten weten dat ze de partij niet meer herkennen. “De partij is opgericht voor en vanuit dieren. De afgelopen tijd is dat een beetje verbleekt,” zeggen zij. En ze hebben groot gelijk.
Wat ooit begon als een principiële, idealistische partij die de moed had om het op te nemen tegen de macht van de bio-industrie, de vervuilingslobby en de politieke status quo, lijkt nu te worden gekaapt door iemand die koste wat kost wil meeregeren – zelfs als dat betekent dat de partij haar eigen ziel verliest.
Lid zijn van het kartel: dat is het doel
Dat is de werkelijke tragedie hier. Esther Ouwehand wil met haar partij blijkbaar aanschuiven aan de tafels van de macht, en in dat proces wordt elk principe overboord gegooid. Waar het bij
PvdD jarenlang ging over vrede, compassie, internationale ontwapening en radicale ecologische keuzes, horen we nu ronkende zinnen over geopolitiek, veiligheid en Europese bewapening. Precies de taal van de VVD, D66 of het CDA. Van idealisme naar opportunisme in een paar podcasts tijd.
Wat Ouwehand doet is niets minder dan een partij met een unieke positie in het politieke landschap omvormen tot nog een doorsnee clubje dat meehuilt met de wolven van het establishment. Dat mag ze dan “een nieuwe realiteit” noemen, maar in feite is het een klassiek voorbeeld van politieke verraad.
Eerste Kamer laat zien: het kan wél anders
Gelukkig zijn er nog mensen binnen de partij die hun rug recht houden. De Eerste Kamerfractie – onder leiding van Ingrid Visseren-Hamakers – maakt nu duidelijk dat ze zich niet zomaar naar de slachtbank laten leiden. Ze wijzen op het verkiezingsprogramma, dat helder is over pacifisme en verzet tegen militarisering. En ze eisen een ledenraadpleging voordat de koers gewijzigd wordt. Want ja: zo hoort het in een democratische partij. Niet achterkamertjes, maar inspraak.
En dat is een cruciaal punt. Want als zelfs binnen de PvdD – jarenlang gezien als hét morele geweten van Den Haag – de kartelreflex toeslaat, dan is er geen enkele partij meer veilig. Deze interne opstand is niet alleen een botsing van personen of ego’s, het is een botsing van werelden: idealisme versus machtsdenken.
Tijd voor zuivering – of afsplitsing?
De komende weken zullen beslissend zijn. Esther Ouwehand zal haar positie moeten heroverwegen. Blijft ze vasthouden aan haar defensiekoers, dan riskeert ze een diepe breuk in de partij. Misschien is het zelfs tijd voor een nieuwe formatie van principiële oudgedienden die het oorspronkelijke gedachtegoed weer centraal stellen.
Want als het de PvdD menens is met haar missie, dan kan ze zich geen oorlogshitser aan de top veroorloven. Dan is er maar één weg vooruit: terug naar de kern. En Esther Ouwehand? Die zal zich moeten afvragen of ze nog wel past bij de partij die ze ooit dacht te leiden.
Sluit je aan bij duizenden DDS-lezers. Geen spam. Alleen eerlijke updates, scherpe opinies en onmisbare analyses. Meld je hier aan voor onze nieuwsbrief.