Toch geen landelijk "happy hour" verbod

Het CDA had op een verbod van zogenoemde happy hours aangedrongen, omdat het alcoholmisbruik in de hand zou werken.

Vorig jaar leek het er nog op dat het tot een verbod zou komen. Toen berichtten we dat de Koninklijke Horeca Nederland zich niet verzette tegen dergelijke plannen. Sterker, in een brief aan de informateurs destijds liet de brancheorganisatie, die op zou moeten komen voor de belangen van café's, hotels en restaurants (met nadruk op, zou moeten komen), weten: "De verantwoordelijkheid die samenhangt met alcoholverkoop brengt met zich mee dat je als verkoper niet stunt met de prijzen."

Flauwekul, natuurlijk. Zo schreef Michael: "Als alcoholverkoper kun je prima stunten met de prijzen. Door te stunten lok je namelijk meer klanten naar je establishement. Dat is wel zo prettig omdat je dan meer geld kunt verdienen, wat toch het doel is van ondernemers."

Of het kabinet er net zo over denkt, is maar de vraag. Rutte-II lijkt niet in de eerste plaats te zijn opgericht om het de ondernemers in ons land makkelijker te maken. Wat PvdA en VVD wel gemeen hebben, is dat zij iets meer vertrouwen hebben in het verantwoordelijkheidsbesef van burgers dan de christendemocraten. De laatsten vinden blijkbaar dat alcoholgebruikers tegen zichzelf in bescherming moeten worden genomen, ten koste van de ondernemer.

Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) van Volksgezondheid ziet daartoe geen reden en gaat geen landelijk verbod op happy hours invoeren.

Daarmee zijn we er nog niet. Van Rijn laat het namelijk aan de gemeenten om te bepalen of happy hours worden toegestaan. Dus krijgen we een situatie waarin de kroegbaas in Den Bosch tussen vijf en zeven zijn bier tegen de halve prijs mag verkopen, maar diens collega in Tilburg die mogelijkheid niet heeft. Zo verstoort de overheid de markt en kan er geen eerlijke concurrentie plaatshebben.

Goed dat PvdA en VVD zich tegen verdere bemoeizucht verzetten. Het is niet aan de overheid te bepalen hoe laat we goedkoop een drankje kunnen doen. Laat ze echter ook bestaande betutteling de kop indrukken. Lokale overheden zouden geen beleid moeten kunnen voeren wanneer de Rijksoverheid dat onnodig zo niet onrechtvaardig vindt.