Bij Koninginnedag, sorry, Koningsdag, hoort een geheel eigen communicatiepakket. Zinnen als het is echt nog een mooie hoor, ach, het is ten slotte Koningsdag hè!, Voor een eurootje mag je hem hebben, prachtige cd van Marco Borsato voor maar twee euroooooo! en nou, dan gaan we er tussen in zitten, voor éénvijfentwintig neem ik het mee, kom je op geen enkele andere dag in Nederland tegen.
Ook het menselijk gedrag verandert plots. Van de een op de andere dag veranderen parmantige vrouwtjes met Chanel mantelpakjes en hoge hakken in keiharde zakenvrouwen voor wie het verkopen van het plastic speelgoed van de zoon een serieuze zaak is. Zeer zelden voorkomende gesprekken als deze zijn opeens aan de orde van de dag: Dag mevrouw, wat kost die Fisher-Price piano die daar ligt? Deze? Tien euro mevrouw. Tien euro?! Nou, dat vind ik wel erg veel mevrouw, hij is nog bijna nieuw, mijn zoontje heeft hem maar een paar keer gebruikt. Kijk, zelfs het prijsstickertje zit er nog op. Hmm.. Voor vijf euro neem ik hem mee, nee, zeven euro, nou, dan gaan we er tussen in zitten, zes euro! Prima, mevrouw, voor zes euro mag u hem hebben.
De dag na deze feestdag lijkt hetzelfde, maar niets is minder waar. Dan zijn we opeens weer beschaafde mensen die tweedehands spullen maar troep vinden. En onderhandelen is dan al helemaal not done.