Kinderbesnijdenis = kindermishandeling.
U herinnert zich allemaal vast nog wel de eerder dit jaar ontstane commotie rondom het verbod op de onbedwelmde slacht. Het verbod zou volgens tegenstanders een grove schending van de vrijheid van godsdienst zijn en sommigen hintte zelfs op een nieuwe jodenvervolging. Inderdaad, de emoties liepen nogal hoog op.
Op het hoogtepunt van het publieke debat zag arabist Johan Pieter Verwey zijn kans schoon, en bepleitte in
de Volkskrant dat we in het verlengde van het verbod op de onbedwelmde slacht ook maar
eens kritisch moesten kijken naar de kinderbesnijdenis op religieuze gronden:
Het is voor niet gelovigen verboden om een kind op jonge leeftijd te mismaken met tatoeages of piercings, omdat dit de integriteit van het kind zou schenden. Het (deels) verwijderen van onderdelen van de geslachtsdelen bij kinderen is kennelijk minder bezwaarlijk, zolang het maar beschreven is in een oud en magisch boek. (...) Enkel en alleen een religieus geïnspireerd persoon kan een dergelijke walgelijke ingreep bij een kind verdedigen. (...)
Het blijven toestaan van het uitvoeren van de kinderbesnijdenis is op geen enkele wijze goed te praten. Vrijheid van godsdienst verwordt anders tot een middel om mishandeling van kinderen toe te laten. Waar de wet bij de besnijdenis van meisjes spreekt over mishandeling, wordt het bij jongens gewoon gesanctioneerd; ondanks het overtuigend bewijs dat de handeling ook de lichamelijke integriteit van de jongens schendt.
Verwey zal vandaag met veel plezier de krant openslaan, want in de Trouw van vandaag krijgt hij
steun van de artsenfederatie KNMG. De artsen willen echter niet zover gaan om een verbod in te stellen - dat zou in hun ogen leiden tot het ondergronds gaan van de ingreep - maar pleiten voor een geleidelijke mentaliteitsverandering in islamitische- en joodse kringen, opdat ook jongensbesnijdenis zal worden gezien als een schending van de kinderrechten.
Of het daadwerkelijk tot een verbod moet komen, weet ik niet, maar dat we het beestje - kinderbesnijdenis - gewoon bij de naam moeten gaan noemen - een ongerechtvaardigde en flagrante schending van de lichamelijke integriteit - is evident. Wanneer dat besef ook groeit in religieuze kring zullen die groepen naar verloop van tijd zelf gaan inzien dat zij dit hun kinderen niet moeten aandoen.