Nog tot 14 juli te zien in De Pont, Tilburg: de fotos van Korrie Besems. Neem nog gauw een duik in het Luilekkerlandschap dat zij zo haarscherp heeft vastgelegd.
Korrie Besems, geboren in 1961, noemt de moderne inrichting van Nederland luilekkerlandschappen. Bij een bezoek aan het Outlet Shopping Center in Lelystad ontdekte ze de façade-architectuur van onze vrijetijdsbesteding. Winkelen in filmdecors, dat is wat mensen willen. Eerder al registreerde Besems het pittoreske traditionalisme in de hedendaagse bouwkunst. Nu heeft ze haar scherpe lens op complete landschappen gericht. De kijker staat ver weg. Pas na enig turen ontdek je veelzeggende details in de fonkelnieuwe architectuur en stedenbouw.
Aanvankelijk lijkt er niks aan de hand te zijn: alles oogt fris en nieuw. De fotografe is er onder een strakblauwe lucht op uitgetrokken. Ze kiest telkens een standpunt waarop de planologie zo goed mogelijk uitkomt: een groothoek, een symmetrische indeling, een lage horizon. Ons land is sappig groen, bakstenen zijn netjes gevoegd, de objecten spiegelen zich in de natuur. De foto Blauwestad, Oldambt 2010 vormt een meesterlijk voorbeeld. Het is een compositie als eens schilderij: in een weiland ligt een witgeverfde zwerfkei, met als tegenhanger in de lucht een cumuluswolk precies erboven. Langs het weiland loopt een lang hek, dat ook wit is, zoals in de idyllische Amerikaanse white picket fence-traditie. Het is de ironie ten top: Blauwestad is een projectontwikkeling rond een kunstmatig meer in de arme provincie Groningen. Dit is dus wat wij onder natuur verstaan.
Zo neemt de argwaan geleidelijk toe. Is dit wel echt Nederland? Leven wij in zon geordende maatschappij? Er verschijnen op de fotos woningen van hout, en poppenhuisjes uit de retro-catalogus waarmee onze vinexwijken vol staan.
De stijging van het besteedbare inkomen, opgestuwd door de wens om met eigen huizenbezit te speculeren op de vrije woningmarkt, is omgekeerd evenredig aan de goede smaak: niets is meer origineel. Alles wat mensen ergens (op internet of tijdens een verre vakantie) hebben gezien, willen zij ook, in eigen land.
In Besems luilekkerland heeft ze pastelkleurige gevelrijtjes à la Curaçao aangetroffen, artificieel golvende golfterreinen in het vlakke land, een rustieke zitbank van gladgelakte boomstammen voor een authentiek dorpscentrum, een compleet nagebouwde handelsvestiging uit de zeventiende eeuw Bataviastad in de Noord-Oostpolder. Het schokkendse is nog wel een verzameling nauwkeurig opgetrokken ruwhouten Noorse blokhutten (met zorgvuldig kromgezaagde planken). Een jonge vrouw zit op haar hurken een foto te maken van datgene wat ze blijkbaar het mooiste vindt: een kasteel van bordkarton aan de andere kant van een vijver waarin een gipsen reflectie van hetzelfde sprookjesslot drijft. In Besems boek valt op te zoeken waar zich deze gekunstelde droom bevindt inderdaad, het is het recreatiepark bij de Efteling.
Genadeloos heeft ze alles afgedrukt, totdat de bezoeker er kiespijn van krijgt. De totale fototentoonstelling zou de indruk kunnen wekken dat heel Nederland er inmiddels zo uit ziet. Natuur heeft ons land al niet meer: slootjes zijn rechtgetrokken, boven een talud voor zonnebaders piept nog net de spoorlijn naar Haarlem uit, Amsterdammers vinden alleen nog frisse lucht op het dak van NEMO. Plagerig steken de masten van het Gouden-Eeuwse zeilschip bij het Scheepvaartmuseum net zo onecht boven de recreanten uit. Nederland is volgeplamuurd.
Er is niets tegen wat kleur, decoratie en een fris geschrobde stoep. Nederlanders neigen tenslotte naar een al te dwangmatige vernieuwingsdrift, vanwege hun aangeboren strijd tegen natte voeten. Maar als je alles eeuwig blijft vervangen, wordt de leefomgeving nooit gezellig doorleefd. Daar hebben de mensen kennelijk wel behoefte aan.
Uit Korrie Besems fotoboek Luilekkerlandschap stijgt tegelijkertijd een waarschuwing op: laten we hopen dat professionele architecten met een langetermijnvisie de principes van De Stijl óók bewaren voor het nageslacht. Anders wordt elke vierkante centimeter van de Lage Landen een retail-emporium.
De Pont is een privé-museum met een schitterende collectie moderne kunst. Presentatie en toelichtingen in de voormalige wolspinnerij zijn voorbeeldig. Mis beslist niet het kunstwerk van Anish Kapoor, Vertigo (2010), dat inmiddels is uitgegroeid tot de Nachtwacht van De Pont. Iedereen verliest zijn evenwicht bij nadering van de meters brede, gebogen stalen plaat op de museumvloer. Door de polijsting van het metaal werkt Vertigo als een gigantische holle spiegel. Eerst zie je je lichaam op de kop, daarna verval je in vlekken. Als je door het focuspunt heen bent, kom je jezelf pas rechtop tegen.
Dwaal ook door de wilde tuin, voorbij het buitenterras. Een Japanse botanicus heeft hier schijnbaar achteloos de meest exotische bomen, planten en bloemen bijeen gebracht.
De Pont Museum voor hedendaagse kunst, Wilhelminapark 1 Tilburg. Dinsdag t/m zondag van 11-17 uur.
www.depont.nl. Klik
hier voor meer informatie over de expositie.