De hoogte van een salaris komt net als de prijs van boodschappen in de supermarkt door een samenspel van vraag en aanbod tot stand. Is er veel vraag naar een bepaald soort arbeid, maar een beperkt aanbod, dan zullen bedrijven een hoog loon bieden. Is er weinig vraag naar arbeid, maar veel aanbod, dan ligt het loon logischerwijs laag. Daar is niets oneerlijks aan. In Nederland zouden we zeggen: dan had je maar een vak moeten leren. Wie over weinig vaardigheden beschikt of geen diploma op zak heeft, komt minder snel aan de bak en verdient minder dan iemand die een werkgever veel heeft te bieden.
Een minimumloon staat haaks op marktwerking en vormt daarom onbedoeld (laten we dat in ieder geval aannemen) een belemmering voor on- of laaggeschoolde werknemers en werkzoekenden. Iemand die weinig meer kan dan hamburgers bakken bij de McDonald's is waarschijnlijk geen 9 dollar per uur waard. Echter, zo iemand kan wel leren door tegen een laag loon bij McDonald's te werken -- niet alleen het werk zelf, maar discipline, presentatie, management. Om vervolgens een beter betaalde baan bij hetzelfde of een ander bedrijf te vinden.
Een verhoging van het minimumloon zal daarom geen lagere, maar een hogere werkloosheid opleveren. Bedrijven die behoefte hebben aan laaggeschoolde arbeidskrachten zullen minder mensen in dienst (kunnen) nemen. Zij investeren in plaats daarvan in verdere mechanisatie om geld te besparen of zoeken naar manieren om hun bestaande personeel efficiënter te laten werken, waardoor er minder extra mensen in dienst te hoeven worden genomen -- ervan uitgaande dat zij überhaupt behoefte hebben aan meer personeel en dat lijkt op de korte termijn onwaarschijnlijk.