Raad van State: illegalen moeten meewerken aan vertrek, anders mag opvang worden geweigerd

De Raad van State heeft besloten dat de overheid niet verplicht is om uitgeprocedeerde vreemdelingen op te vangen als die niet meewerken aan hun vertrek uit Nederland. Er geldt een vertrekplicht voor die mensen, maar het komt voor dat ze daar niet aan meewerken.

De beslissing van de Raad van State komt voort uit een rechtszaak van een Iraanse man. Hij wilde wel opvang, maar weigerde om mee te werken aan zijn terugkeer naar Iran. De rechtbank in Den Haag oordeelde toen dat de overheid sowieso de plicht heeft om opvang te regelen, omdat Europese verdragen dat zouden voorschrijven. De Raad van State is het dus oneens met dat oordeel, en vindt dat de overheid best eisen mag stellen aan illegalen in ruil voor opvang.

Eerder dit jaar bereikte het kabinet een compromis over de zogeheten bed-bad-broodregeling. Dat hield in dat illegalen voor een "beperkt aantal weken" op opvang konden rekenen in vijf grote steden en in Ter Apel. Naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State gaat staatssecretaris Klaas Dijkhoff nu in overleg met de gemeenten om een akkoord te bereiken over de opvang. Daarbij wordt onder meer besloten of illegalen ook zullen worden opgevangen in gesloten locaties.

PvdA-kamerlid Atje Kuiken hoopt dat er snel een regeling wordt getroffen door Dijkhoff:

VVD-kamerlid Malik Azmani is verheugd over de uitspraak van de Raad van State: