De nieuwe werkweek opende vanochtend met talloze berichten van 'onverwacht' krimpende economieën.
Nadat vorige week China al had aangegeven dat de groei zou afvlakken was het vandaag de beurt aan Japan om een groeivertraging te melden. De markt had gerekend op een iets hogere groei dan de povere 0,2 procent van het laatste kwartiel van 2013, maar echt reden tot zorg is dit niet. Deze iets zwakkere groei (er was gerekend op 0,3%) van de op twee na grootste economie ter wereld hangt samen met een neerwaartse bijstelling van de toename van de consumentenbestedingen en de bedrijfsinvesteringen. Op jaarsbasis groeide de Japanse economie met 0,7% in 2013, terwijl aanvankelijk op 1,1 procent was gerekend. Zorgerlijker is echter het voortdurende tekort op de lopende rekening. Dat tekort is inmiddels opgelopen naar ruim 11 miljard euro (1,59 biljoen yen) en wordt vooral veroorzaakt door de zwakke yen, waardoor Japan fors meer betaalt voor de invoer van energie en andere grondstoffen.
Hiernaast was er slecht nieuws uit de eurozone. Spanje en Frankrijk moesten tegenvallende cijfers melden. En dat zou dan voor veel analisten ook nog eens onverwacht zijn. Hoewel, onverwacht? Niet helemaal natuurlijk of liever gezegd helemaal niet, want wie beide landen een beetje volgt, weet dat de economieën daar er weinig florissant voorstaan, ondanks dat de Europese Commissie keer op keer herhaalt dat het ergste van de crisis achter ons ligt en dat het economisch herstel doorzet. Geen serieus financieel journalist neemt die woorden van Rehn nog serieus.
In Spanje nam de industriële productie op jaarsbasis af met 0,1 procent (niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden). Dat lijkt niet veel, maar als de markt rekent op een groei van 4,3 procent is dat een forse tegenvaller, temeer, daar het al het zoveelste jaar op rij is. Wanneer komt er eindelijk licht aan het eind van de Spaanse tunnel?
Hetzelfde kan gezegd worden over Frankrijk. Ook daar daalde de industriële productie. Er werd in januari op maandsbasis 0,2 procent minder geproduceerd dan de laatste maand van 2013. De verwachting was een plusje van 0,3 procent, een verschil van een half. Lijkt niet veel, maar het betekent dat het allemaal niet zo wil vlotten met de economische groei. Dat bleek ook uit de jaarcijfers: in plaats van de voorspelde groei van 1,3 procent daalde de jaarproductie met 0,1 procent.
De economieën van de tweede en vierde economie van de EU groeien dus niet, maar krimpen. De verwachtingen voor de derde economie, Italië, waren al negatief bijgesteld, zie ook hier. Dit betekent derhalve, dat -op Duitsland na- alle grote economieën van de eurozone geen groei vertonen. Frankrijk en Italië verdommen het om hun economieën ingrijpend te hervormen, Spanje is door de zware interne devaluaties van de voorbije jaren totaal uitgeput. Maar volgens Olli Rehn is er niets aan de hand:
"All in all, the worst of the crisis may be behind us.."
'May be', juist.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.