Ode aan de ballerina

Geen categorie16 mei 2014, 11:15

Solisten zetten hun beste beentje voor.

Vorig jaar stonden in de voorstelling Corps van Het Nationale Ballet de zogenaamde anonieme dansers centraal; de hardwerkende mensen die samen het ‘lichaam’ van het ballet vormen. Aan het hoofd van dat lichaam staan natuurlijk de solisten. Nu treden zij gewoonlijk in bijna elke uitvoering wel op de voorgrond, maar in de nieuwe productie Ballerina worden ze nog eens extra in het zonnetje gezet. En dan met name de vrouwen, dus de prima ballerina’s van het gezelschap. Het Nationale Ballet heeft momenteel zes dames op de loonlijst staan die zichzelf zo mogen noemen en vijf van hen geven acte de présence in Ballerina. Letterlijk vertaald (uit het Italiaans) betekent prima ballerina ‘eerste vrouwelijke danser’. En ja, een (eerste) mannelijke danser kan ook (primo) ballerino worden genoemd, maar die term wordt niet of nauwelijks gebruikt.

Ballerino’s of niet, ook de mannelijke eerste solisten –eveneens zes in aantal- komen aan bod in de voorstelling.  Dit is op zich al uniek, want nooit eerder kon het publiek nagenoeg alle stersolisten in één productie bewonderen. Dit gebeurt eigenlijk alleen bij het gala, waarmee het gezelschap elk jaar het nieuwe culturele seizoen feestelijk opent. En nu we het daar toch over hebben: eigenlijk heeft Ballerina wel iets weg van een gala-voorstelling. In plaats van één avondvullend, verhalend ballet (of twee of drie kortere balletten, zoals in veel programma’s het geval is) krijgt de toeschouwer vele hoogtepunten uit het balletrepertoire voorgeschoteld. Zo dus ook in Ballerina, maar dan wel met een persoonlijk tintje: de vijf danseressen die in actie komen kregen de vrije keuze van artistiek directeur Ted Brandsen en mochten allemaal zelf aangeven welk duet ze het liefst wilden dansen.

Emoties

Igone de Jongh, Maia Makhateli, Anna Tsygankova, Jurgita Dronina en Larissa Lezhnina –de prima ballerina’s in kwestie- krijgen zo de kans om te stralen in een pas de deux waar ze ‘iets’ mee hebben. Dat ‘iets’ kan bestaan uit bijvoorbeeld een uitzonderlijke persoonlijke beleving, zoals bij Neerlands trots Igone het geval is: zij danst met haar partner Casey Herd een stuk uit Romeo en Julia, omdat ze veel van haar eigen emoties in de rol van Julia kwijt kan. Bovendien koestert ze warme herinneringen aan de samenwerking met choreograaf Rudi van Dantzig. Dat de band met een choreograaf heel belangrijk kan zijn blijkt ook uit de keuze van Anna Tsygankova, die meteen wist dat ze een stuk van Christopher Weeldon wilde dansen. Wheeldon, één van de meest succesvolle choreografen van dit moment, creëerde in 2012 (in coproductie met San Francisco Ballet) een gloednieuwe Cinderella voor Het Nationale Ballet en Anna mocht toen in Amsterdam als eerste de titelrol dansen. Werken met Wheeldon noemde Anna zelf ‘een fantastische ervaring’, dus vandaar dat ze nu te zien is in een ander werk van zijn hand; een vloeiende, eigentijdse pas de deux die –hoe toepasselijk- Duet heet. Ze wordt hierin terzijde gestaan door Jozef Varga.

Dit paar mocht op de première-avond overigens ook aantreden in het openingsstuk: een reprise van de nieuwe productie van Paquita, die in 2012 voor het eerst op de planken werd gebracht. In zijn geheel wordt dit 19e-eeuwse vehikel eigenlijk nooit meer uitgevoerd, maar een choreografie die Marius Petipa in 1881 toevoegde aan het stuk wordt vandaag de dag nog steeds overal ter wereld gedanst als een op zichzelf staand ballet. Naast het solistenpaar krijgen ook andere solisten en zelfs dansers uit het corps de ballet de kans om hun kwaliteiten te tonen in dit veeleisende stuk vol Spaans temperament dat ‘een genadeloze graadmeter voor stijl en techniek’ heet te zijn. Als dat zo is dan zijn de stersolisten met vlag en wimpel geslaagd, maar sommige andere dansers lieten toch echt wat steekjes vallen. Eén ballerina, een zgn. demi-soliste, presteerde het zelfs om twee keer achter elkaar bijna onderuit te gaan. Nog maar even flink oefenen dus.

Meesterwerkje

Nu zijn de bovengenoemde ballet-highlights zeer zeker de moeite waard, maar klein nadeel misschien –voor de trouwe balletbezoekers- is dat we het allemaal al eens gezien hebben en nog niet eens zo heel lang geleden. Dat hoeft natuurlijk geen enkel probleem te zijn, maar wat dit soort gala-achtige voorstellingen zo leuk maakt is dat het publiek ook eens kennis kan maken met wat minder vaak uitgevoerde juweeltjes. Zo is Maia Makhateli samen met Remi Wörtmeyer te zien in de wervelende Tchaikovsky Pas de Deux van choreograaf George Balanchine, een meesterwerkje dat zich prima leent voor een gala, maar het zijn de keuzes van laatste twee prima ballerina’s waar ik echt enthousiast van werd. 

Jurgita Dronina danste, voordat ze naar Nederland kwam, bij het Koninklijk Zweeds Ballet. Dat gezelschap nam- vlak na haar overstap- de balletklassieker Manon van de Britse choreograaf Kenneth MacMillan op het repertoire. Een ballet waarvan Jurgita dolgraag de titelrol had willen dansen. Maar ja, helaas voor haar ging dat feest nu dus niet door. De rol van Manon leek verder weg dan ooit. Geen wonder dus dat ze niet lang hoefde na te denken over haar aandeel in Ballerina: de beroemde slaapkamer-pas de deux uit Manon graag! Als ze dan niet het hele ballet kon dansen, dan toch in elk geval een prachtig gedeelte eruit. Het is een romantische, complexe pas de deux, begeleid door de intense muziek van Massenet, en met haar partner Isaac Hernández danst Jurgita de sterren van de hemel. Heerlijk om te zien, maar het blijft wachten op een integrale uitvoering van Manon. Wie weet, misschien waagt Het Nationale Ballet zich er ooit nog aan.

Afscheid

Het is jammer dat we in Nederland geen echte ballettraditie hebben, zoals in veel andere Europese landen het geval is. Hierdoor zijn we toch wel wat dansklassiekers misgelopen. Het Nationale Ballet is de laatste tijd wel heel goed bezig met een inhaalslag, met uitvoeringen van o.a. Giselle, La Bayadere en Sylvia, maar er blijft altijd wat te wensen over. Eerste soliste Larissa Lezhnina, die na Ballerina haar spitzen aan de wilgen hangt, danst al sinds 1994 bij Het Nationale Ballet en heeft het altijd jammer gevonden dat ze nooit de hoofdrol in Raymonda (van überchoreograaf Marius Petipa) heeft kunnen vertolken. Nu krijgt ze dan, op het nippertje, de kans om samen met Arthur Shesterikov de paleisdans uit de laatste akte van het ballet te dansen. Dit doet ze met gratie en grandeur. Hoe anders dan het eigenzinnige werk The Old Man and Me, van onze eigen Hans van Manen, waar Larissa de voorstelling mee mag eindigen. Na het klassieke Raymonda laat ze zien ook over komische talenten te beschikken in een aandoenlijk stuk waarin een liefdespaar centraal staat. Het publiek is getuige van de verschillende fasen in hun relatie –én van het laatste optreden van een prachtige prima ballerina. Een mooier afscheid is haast niet denkbaar.

‘Ballerina’ is nog te zien op 16, 19 en 20 mei bij Nationale Opera & Ballet. Kijk hier voor meer informatie: http://operaballet.nl/nl/doublebill/2013-2014/voorstelling/ballerina?gclid=CMn92IiVr74CFcLItAodUgUAOA.                               

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten