Als de grote ontwikkelingshulporganisaties geld willen binnenhalen, zetten ze meestal het plaatje van de Sahel op: stoffige wegen, magere koeien, zielige mensen, u kent het wel. Zet er een droevigstemmend muziekje onder en zelfs het meest versteende hart trekt nog spontaan de portemonnee. Nu zal ik de laatste zijn om te zeggen dat we mensen in nood geen hand mogen toesteken. Maar na al die jaren is het overduidelijk dat men daar van het aannemen van onze hengels nog steeds niet heeft leren vissen. Sterker nog: zelfs in de os-sector zijn ze het erover eens dat de hulpindustrie in de Sahel een deel van het probleem vormt. Tegelijkertijd is de regio zelf steeds groener aan het kleuren. Minder droog en dor maar toch nog altijd even zielig, rara hoe kan dat? Misschien kunnen de onkostenhulpridders van de hulpindustrie daar eens verantwoording over afleggen, bijvoorbeeld in de vorm van een parlementaire enquete? Als ze dat plechtig beloven, wil ik vandaag best als tegenprestatie een paar euro overmaken om de Sahelinwoners nog een keer van de regen in de drup te helpen.