Autisme is in de toekomst te behandelen. Aldus de Provinciale Zeeuwse Courant (ZPC) vorige week. Twee Nederlandse universiteiten hebben samen 1,5 miljoen euro binnengeharkt voor onderzoek naar een behandeling van autisme. Waarom word ik daar, als halve autist, nu helemaal niet blij van?
Ongeveer 1% van de kinderen in het lager onderwijs krijgt tegenwoordig de diagnose autisme. Daarmee is het sterk in opmars. Op Amerikaanse scholen schijnt het percentage diagnoses autisme hoger te liggen. Dus het is in ieder geval een stoornis met toekomst. Waar ik het hier over wil hebben zijn twee dingen - wat is het eigenlijk, en waarom ben ik niet blij met mogelijke behandelmethoden.
De meeste mensen beseffen het nauwelijks, maar een beetje autist zijn we allemaal. Als het goed is tenminste. Een evenwichtig mens is een mix van een veelheid aan potentieel te benoemen psychische aandoeningen. Veel persoonlijkheidsstoornissen zoals ze tegenwoordig worden benoemd zijn eigenlijk weinig meer dan onevenwichtigheden binnen iemands persoonlijkheid. Als het evenwicht heel ver verschoven is, spreekt men van (bijvoorbeeld) autistische kenmerken.
Zo wordt ons standaardbeeld bepaald door het Aspergersyndroom. Mensen, veelal hoogintelligent, die nauwelijks functioneren. Niet zelden hebben ze ook last van andere handicaps, die meer beeldbepalend zijn, en het daarom voor de buitenwacht iets engs geven. Kenmerkend is een zekere contactgestoordheid, autisten hebben het niet altijd makkelijk andere mensen en hun interacties te begrijpen. Daarin ligt ook de basis van de diagnose op lagere scholen. Kinderen die niet daadwerkelijk hoogintelligent zijn maar toch autistische kenmerken hebben, hebben het in de interactie met leeftijdgenoten moeilijker. Als ze daarnaast niet zoveel intelligenter zijn dan die leeftijdgenoten, ontstaat er een probleem.
Wie echt veel slimmer is, hoeft weinig energie te besteden aan de lesstof, en kan al zijn energie richten op de inspanning zich sociaal te handhaven binnen de groepsdynamiek van een klas leeftijdsgenoten. Laten we niet vergeten, kinderen zijn onderling veel wreder dan we ons als volwassenen wensen te herinneren. Wie afwijkt is al snel het pispaaltje. Kinderen met Asperger wijken bijvoorbeeld zo sterk af, dat ze ondanks goede leerprestaties desalniettemin problemen hebben, omdat ze niet in staat zijn sociaal aan te haken.
De moderne school is, anders dan vroeger het klassikale onderwijs, in niet geringe mate gericht op leermethoden waarvoor een redelijk ontwikkeld sociaal instinct bijna een voorwaarde is. Montessorischolen verwachten van de kinderen veel samenwerking. In het openbaar onderwijs zijn klassikale leermethoden vrijwel verdwenen, zodat kinderen met relatief sterke autistische gedragskenmerken eerder opvallen, en uit de boot vallen. Dalende schoolprestaties zijn vaak het gevolg. Curieus genoeg zijn deze kinderen vaak wel redelijk zelfstandig, en worden zij niet onrustig als zij een tijdje het gezelschap van anderen moeten ontberen.
Zou het niet geweldig zijn als we er iets aan konden doen? Dat staat naar mijn mening nog maar te bezien. In de eerste plaats, wat gaan we eigenlijk genezen? Het gebrek aan de behoefte tot uitgebreid sociaal contact met anderen? Gaan we dus in hun hersenen met behulp van chemische middelen de centra van sociaal gedrag stimuleren?
Dat zit me in het geheel niet lekker, en niet alleen omdat ik zelf bijzonder tevreden ben met de manier waarop ik in het leven sta. Ik wil helemaal niet de behoefte hebben meer met andere mensen om te gaan, dat ik vaak genoeg heb aan mezelf voelt voor mij natuurlijk. Ik heb bepaald geen behoefte aan een sterkere drang deel te hebben aan de kuddegeest.
Een volgend punt dat me niet lekker zit, is dat als het mogelijk wordt om aan de gedragsbehoefte van mensen te gaan sleutelen, het nog maar een kleine stap is naar een zekere psychische gelijkschakeling van menselijke behoeften. Niet zo lang geleden werd in een onderzoek beweerd, dat Rechtse mensen meer onzeker waren over de toekomst, en angstiger daarvoor. Ongetwijfeld kan ook dat op termijn dan genezen worden, maar is dat een weg die we willen gaan?
Niet alleen omdat het mij doet huiveren, ben ik er tegen. De maatschappij heeft nu eenmaal verschillende typen persoonlijkheden nodig. Veel managementtheorieën zijn mede gebaseerd op het laten samenwerken van verschillende persoonlijkheden. Dat alleen geeft al aan, dat het hebben van verschillende talenten maatschappelijk belangrijk is. De mogelijkheid aan mensen te gaan knutselen garandeert dat op een dag iemand het ook daadwerkelijk zal gaan doen.
En over kuddegeest gesproken, dan is er nog het menselijke gebrek om problemen - met andere mensen, of de eigen kinderen - te wijten aan factoren buiten de eigen vermogens. De enorme vlucht die het aantal diagnoses van kinderen met ADHD de afgelopen twintig jaar genomen heeft, toont welke kant het op kan gaan. Lukt het niet een kind in het juiste spoor te krijgen? Pilletje! De wagonladingen Ritalin die jaarlijks worden toegediend aan kinderen die daar eigenlijk geen behoefte aan hebben zijn een stuitend bewijs van onvermogen van de moderne mens om met problemen om te gaan.
Dat moet je niet oplossen door mensen medicinaal te willen hervormen, maar door tijdig in de opvoeding eisen te stellen middels dril en voorbeeldfunctie. Niet alleen is dat veel gezonder, maar ook is het voor de kinderen die ondersteuning nodig hebben veel beter dat ze serieus genomen worden. Opvoeden doe je niet door pilletjes toe te dienen, en verder te hopen dat alles goed komt als de kinderen hun ouders gaan imiteren. Dat laatste geeft al te veel problemen.