Winst.
10 procent? Dat kan natuurlijk niet. Maar ook 1,7% a 2% is al hartstikke veel
in de moderne wielersport:
Hij geeft twee voorbeelden, van zowel bergop als een vlakke etappe. Een renner die met 400 Watt een typische col op rijdt in 30 minuten, zal dezelfde col met 408 Watt bijna 1.7 procent sneller rijden en dus 30 seconden winnen. In een vlakke tijdrit aan hoge snelheid zal de snelheidswinst van de orde van 0.5 procent zijn, dus ongeveer 9 seconden.
Er bestaat nog steeds discussie over de precieze voordelen ervan, maar dat renners er baat bij hebben staat eigenlijk wel buiten kijf. Op z'n slechtst helpt het ze, lijkt het, om minder snel te verzuren. Tja: ook dat levert in een wedstrijd uiteindelijk natuurlijk tijdwinst op.
Laat Bauke ook een ovaal tandwiel nemen. Hij kan er de hele winter dan op trainer, en zie: volgend jaar kon hij weleens nóg beter doen in de Tour. Een podiumplek ligt dan écht in het verschiet.