Roemer-norm
Gemeenten moeten bij bezuinigingen prioriteit geven aan de vermindering van de inhuur van externe krachten. Dat stelt SP-Kamerlid Ronald van Raak in Kamervragen aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken (BZK). Het Kamerlid wil van Plasterk weten hoeveel gemeenten, provincies en waterschappen kunnen besparen als zij zich houden aan de zogeheten 'Roemer-norm': een maximum voor de inhuur van externen van tien procent van de personeelskosten. Ministeries zijn daaraan gehouden. Ook wil Van Raak een overzicht van de 'boekhoudkundige trucs', die gemeenten toepassen om de inhuur van externen anders te definiëren.
Directe aanleiding voor de Kamervragen vormde de situatie bij de gemeente Amsterdam, over de miljoenen euros die de gemeente jaarlijks spendeert aan de inhuur van derden. De gemeentesecretaris weigert tot op heden een helder inzicht te verschaffen in de totale omvang van de externe inhuur. Van Raak wil onder meer weten waarom de gemeente weigert heldere cijfers te geven.
Ook wil Van Raak weten of de minister zijn opvatting deelt, dat bezuiniging op externen ook nodig is om een cultuurverandering op gang te brengen, om overheden minder afhankelijk te maken van consultants en adviseurs en meer zelflerende organisaties te worden die zelf verantwoordelijkheid nemen voor het publieke belang.