Binnenkort is het nieuwe boek van Thierry Baudet, Politiek van het Gezond Verstand, eindelijk verkrijgbaar. Dat wordt tijd ook, want veel rechtsliberalen en conservatieven kijken er al een paar weken naar uit. Nou aangezien ik een recensie exemplaar heb mogen lezen kan ik beloven: dat wachten wordt beloond. Politiek van het Gezond Verstand is niet alleen een soort van biografie van een nieuwe, avontuurlijke, krachtige politieke beweging, maar het biedt de lezer ook oplossingen voor de problemen die ons land al jaren -- decennia teisteren. Daardoor is het een must read voor eenieder de geïnteresseerd is in de politiek, maar al helemaal voor iedereen die réchts is.
Op de website van Forum voor Democratie wordt de inhoud van het boek als volgt samengevat. "Politiek van het Gezond Verstand neemt de lezer mee in de opbouw van een ongekend succesvolle politieke vernieuwingsbeweging. Vanaf het ontstaan van Forum voor Democratie volgen we de belangrijkste stappen en speeches tot het moment waarop de partij uitgroeide tot grootste van het land. Het boek biedt de belangrijkste argumenten voor de noodzakelijke maatschappelijke koerswijziging, maar laat zich ook lezen als liefdesverklaring aan de Europese beschaving in al haar veelkleurigheid, diepte en kracht."
Normaal gesproken ben je dan natuurlijk een beetje kritisch. Ja, heel leuk dat de mensen achter het boek het zelf een meesterwerk vinden, maar is dat ook écht zo?
Het antwoord op die vraag luidt een volmondig 'ja.' Als lezer volg je de opbouw, uitbouw én transformatie van Forum voor Democratie. Alleen daarom al is het een historisch document. Het begint allemaal als een verzetsdaad; een daad van verzet tegen de willekeur en arrogantie van de macht. Baudet ziet in de continue uitbreiding van de Europese Unie een gevaar. Hij legt uit wat dat gevaar is, en dwingt vervolgens een referendum af.
De essays, speeches en artikelen in het boek nemen ons terug naar die tijd. We lezen hoe die discussie gevoerd werd. Soms hard, maar altijd met behulp van argumenten. Als we zien hoe Baudet en Theo Hiddema nu bejegend worden kunnen we bijna alleen maar terugverlangen naar die tijd.
Afijn. Terwijl we lezen over de strijd tegen de megalomane EU zien we ineens ook een essay dat "stop de dikastrocratie" heet. Wat? Zijn haters deden enkele maanden geleden toch net alsof hij die term pas net besloot te gebruiken en dan ook nog eens puur om politieke redenen? Nou nee. "Stop de dikastocratie" stamt uit... november 2013. Baudet benoemt dit probleem dus al meer dan zes, nu bijna zeven, jaar. Belangrijk, maar ook frustrerend. Het probleem is in de tussentijd immers niet minder geworden. Het tegendeel is misschien zelfs wel waar. Zie Urgenda.
Wat de EU betreft, ook hier ziet de lezer hoe Baudet a) de problemen die vandaag spelen al jaren benoemt en b) hoe hij al net zolang alternatieven aanlevert op de huidige gang van zaken. Het spel dat de EU machthebbers spelen was in 2014, om maar een jaar te noemen waarin Baudet vol op het orgel ging in "We slaapwandelen een federaal Europa in", precies hetzelfde als het spel dat ze nú spelen.
"Je begint met open grenzen en vrij kapitaalverkeer. Vervolgens ga je een deeltje strafrecht federaliseren, maar nog niet de bijpassende politieke verantwoordelijkheid. Die wordt vervolgens noodzakelijk -- net zoals centrale begrotingsdiscipline noodzakelijk wordt bij het hebben van één munt. Zo slaapwandelen we een federaal Europa in. Of zoals Jean-Claude Juncker het treffend verwoordde: 'Steeds een beetje verder gaan we, totdat er geen terugkeer meer mogelijk is'."
Het is een paragraaf die Baudet ook vandaag had kunnen schrijven. En dan heb ik het nog niet eens gehad over "Voor de democratie! Dus tegen de EU!", wat mijn inziens het beste stuk in het boek is over De Ramp die wij de EU noemen. In alinea na alinea ontleedt Baudet dat afschuwelijke project. Een financiële machtsoverdracht van jewelste. Die willen we niet, maar wordt ons opgedrongen. Migratiequota die ons op worden gelegd terwijl de gemiddelde Nederlander juist klaar is met de massa-immigratie. Het bleef toen maar doorgaan -- net als nu.
En dan komt het. De Aankondiging. "Willen we dit -- is het goed voor Nederland, is het goed voor de democratie, voor de welvaart, voor ons geld? Wij denken van niet -- en daarom lanceren we een nieuwe, eurosceptische denktank: Forum voor Democratie."
Dat was het begin eigenlijk écht.
Dan zijn we er nog niet. Want in juni 2015 stipte Baudet ook een onderwerp aan waar we het tegenwoordig steeds vaker over hebben. Hij deed dat in een Woord vooraf bij Van Dixhoorn en Van Houwelingen, Manifest aan het volk van Nederland. De titel van zijn 'woord'? "De toon van het debat."
"Eén van de meest venijnige van deze afleidingsmanoeuvres" van de linkse elites "is het louter ingaan op woordgebruik en toon van degene die kritiek formuleert," aldus Baudet, "vaak gecombineerd met de opmerking dat de zaak 'genuanceerder' ligt. Het gemene aan deze debattruc is haar tautologische karakter. Wie zich serieus zorgen maakt -- wie een belangrijk probleem wil aankaarten -- zal onvermijdelijk een betrokken, geëmotioneerde toon aanslaan. Doet iemand dat niet, dan is hij bovendien ongeloofwaardig. Het is dus onzinnig om iemand juist vanwege die toon af te serveren. Maar, zo meesmuilt men dan, c'est le ton qui fait la musique? Onzin. Het zijn in de eerste plaats de noten die de muziek maken."
Het is ongelooflijk dat Baudet hier in 2015 al over sprak, maar dat dit gezeur over 'de toon' vijf jaar later nog steeds de favoriete aanvalsmethode is op hem en zijn partij. Sterker nog, in 2018 -- een volle drie jaar langer -- veegt hij de vloer aan (in een stuk ook opgenomen in Politiek van het Gezond Verstand) met Alexander Pechtold die hem dan voor de zoveelste keer van racisme beschuldigd heeft, waardoor Baudet concludeert dat hij maar helemaal niet meer in debat wil met de toenmalige D66-leider.
En zo gaan we door, jaar na jaar zien we hoe Baudet zich ontwikkelt én Forum voor Democratie langzaam tot stand komt. Op 5 oktober 2016 komt dan de grote aankondiging op de website van FVD: "We gaan meedoen aan de verkiezingen!" In het artikel leggen Baudet en de zijnen uit dat hun belangrijkste agendapunt democratische vernieuwing is. Alleen daardoor, denken ze, kan er écht iets veranderen omdat alleen op die manier de kiezer macht kan terugpakken van het partijkartel.
Dit is het moment waarop, ook in het boek, het politiek spel écht begint. Er vindt een partijcongres plaats, verkiezingen... Baudet benadert problemen als een politicus. Of toch niet? Want, hoewel het in de artikelen en toespraken wel enigszins merkbaar is dat hij de overstap heeft gemaakt naar de actieve politiek is het niet zo dat we ineens een geheel andere Baudet zien. Nee, de politieke Baudet is overduidelijk dezelfde man als de activistische en daarvoor de academische Baudet. Zo werd ik zelf bijzonder geraakt door zijn speech bij het eerste partijcongres van FVD, over het motief van de wederopstanding in de Westerse cultuur. Ik zal dit hoofdstuk nog veel vaker herlezen, zeker als ik er door nieuwe ontwikkelingen in de politiek doorheen zit en op het punt sta de moed op te geven.
Want hier benadrukt Baudet dat zijn negatieve visie op de huidige situatie absoluut niet automatisch ook negativisme is wat betreft de toekomst. Het tegendeel is zelfs waar. "We moeten een Europese renaissance teweegbrengen," spreekt hij uit in januari 2017, tijdens dat congres. Dat is waar Forum voor Democratie voor ging -- en waar de partij nog steeds op hoopt.
Vervolgens rollen we door naar zijn maidenspeech in de Tweede Kamer; een toespraak waarin hij het mediakartel zonder vrees onder vuur neemt, recht in het gezicht van al die zogenaamde boven-ons-gestelden. Als je het herleest, nu drie jaar later, denk je weer bij jezelf: 'Ja, ja, ja!' Heerlijk om te lezen.
In het hoofdstuk "Kaag roept op tot dialoog" behandelt het Tweede Kamerlid Baudet vervolgens de standpunten van D66, het kabinet, en met hen van heel het partijkartel op een ieder die enigszins immigratiekritisch is.
"Met Samuel Huntingtons Clash of Civilizations in de hand twijfelen we aan de aanname van Francis Fukuyama dat alle culturen en religies uiteindelijk zullen convergeren. Is dat racistisch of xenofoob of populistisch? Maken we ons daarmee schuldig aan 'ontmenselijking' of 'tribaal identiteitsdenken' zoals Kaag denkt? Natuurlijk niet. Het willen inperken van immigratie impliceert op geen enkele manier een hekel aan anderen of een boos, van angsten doortrokken wereldbeeld. Door groep te hebben op wie je land binnenkort kun je een xenofobe afweerreactie juist vóórkomen. En een vitale nationale cultuur die met trots wordt uitgedragen kan nieuwkomers juist verwelkomen."
Zo is het maar net. En dat kan niet vaak genoeg herhaald worden.
Natuurlijk vormt ook "De uil van Minerva"-speech deel van het boek. Als je dat hoofdstuk rustig leest, zonder stress, kun je maar één conclusie trekken: het is werkelijk bizar dat die overwinningstoespraak bij de Provinciale Statenverkiezingen toen voor ophef zorgde.
Voor zover het politieke deel van het boek, wat voor DDS-lezers ongetwijfeld het belangrijkste deel zal zijn. Dat moge zo zijn, maar het moet me van het hart dat het laatste deel van het boek -- over Cultuur (en reizen) -- ongelooflijk inspirerend is. Baudet heeft het over Wagner, Chopin, muziek, kunst, letteren... hij neemt ons mee op reis naar de bibliotheken van de grote steden; vooral in Europa, maar ook in bijvoorbeeld Delhi. Het is werkelijk een genot om ook die hoofdstukken rustig in je op te nemen in op je in te laten werken...
Niet alleen omdat het zo schitterend verwoord en beschreven is, maar ook omdat je dan beseft dat Baudet de man veel meer is dan zijn critici je willen doen geloven. Dit is een man lééft, die geniet, en die begrijpt dat er een direct verband is tussen kunst en cultuur enerzijds, en politiek-maatschappelijke ontwikkelingen anderzijds. Baudet is een man met Visie. Een politieke visie, ja maar ook een culturele, sociale en zelfs een academische visie.
Dat zien we -- helaas -- niet vaak meer in de politiek. Of eigenlijk: helemaal nooit meer.
Politiek van het Gezond Verstand is op twee manieren verkrijgbaar: voor 39,95 euro koop je een gesigneerd exemplaar, en voor 24,95 koop je een gewoon, ongesigneerd exemplaar.