Examensocialisme

Geen categorie24 jun 2013, 16:29
Onderwijs is een product en in die zin niet te onderscheiden van een paar schoenen of een pond tomaten. Vanzelfsprekend bestaat er binnen een samenleving behoefte aan deugdelijk onderwijs, wat misschien het best te definiëren valt als het overdragen van reeds bestaande kennis. Hoe kennis het beste overgedragen kan worden is een vraag waar de economie geen antwoord op heeft. Economie heeft daarentegen wel een antwoord op de afweging hoe de vraag naar en het aanbod van onderwijs het best gecoõrdineerd kan worden.
Nu hebben we naar alle waarschijnlijkheid nooit goed onderwijs gehad in Nederland. Ondanks dat de meeste lezers, en ik ook, onderwijs hebben genoten in een tijd waarvan in het algemeen wordt gezegd dat het onderwijs goed was. Dat wil zeggen: beter in vergelijking met het onderwijs in andere, vaak meer socialistische of minder ontwikkelde landen. Het is veelzeggend dat het voormalige socialistische Oost-Europa op alle vrijemarkt terreinen met lengtes verslagen werd door het iets minder socialistische West-Europa, maar dat bij de services die in beide gevallen door de staat werden geleverd de verschillen beduidend kleiner waren. Onderwijs is één van die services.
Gelukkig hebben we niet altijd centraal gepland onderwijs gehad. Zoals zo vaak is onderwijs begonnen als een private aangelegenheid waar na verloop van tijd de overheid zich steeds meer heeft ingewurmd. Niet omdat het privaat georganiseerde onderwijs van onvoldoende kwaliteit was, maar omdat de overheid de voordelen inzag van het naar eigen inzicht opleiden van haar bevolking. De resultaten van ons socialistisch georganiseerde onderwijs zijn voorspelbaar en al een flinke tijd zichtbaar: het is duur, er zijn klachten over de kwaliteit en vraag en aanbod zijn vaak niet goed op elkaar afgestemd waardoor tekorten en overschotten ontstaan.
Het is dan ook niet te verwachten dat een vergroting van het onderwijsbudget, zoals partijen als D66 ons willen doen geloven, tot een verbeterde kwaliteit zal leiden. De onderwijsbudgetten worden sinds jaar en dag verhoogd en leiden hoofdzakelijk tot meer overhead. Dit is misschien wel het best zichtbaar in de Verenigde Staten waar het onderwijsbudget per leerling zo ongeveer het hoogst is en de resultaten, in de publieke sector althans, dusdanig alarmerend zijn dat home scholing een trend is die nog steeds aan populariteit wint.
Indien de ridders van de vrije markt hun zin krijgen en het onderwijs wordt vrijgegeven zal dit naar verwachting leiden tot een veel ruimer en meer gediversificeerd aanbod aan opleidingen waarbij moderne communicatiemiddelen het onderwijs tevens minder locatiegebonden en waarschijnlijk ook minder tijdsgebonden maken. Mogelijk zal het aanbod minder holistisch en meer gespecialiseerd zijn. Scholing zal in dat geval eerder plaatsvinden in cursussen en deelcursussen zoals nu in het bedrijfsleven eigenlijk al de rigueur is.
Hoe kunnen ouders, leerlingen, studenten, ZZP-ers en werkgevers in een dergelijke, volatiele situatie bepalen welke opleidingen aan hun verwachtingen zullen voldoen gegeven de kosten die ervoor gevraagd worden? Er zal behoefte zijn aan een vergelijkende indicator.
Het examen is een mooie test om te bepalen wat er zoal geleerd is en in welke mate de stof is begrepen. Nu is het zo in ons socialistische onderwijsbestel dat iedereen hetzelfde examen maakt zodat leerlingen die slagen in grote lijnen, nuances daargelaten, een vergelijkbaar kennisniveau hebben. Socialisten worden daar heel blij van. Ik minder. Het is mij ook niet duidelijk waarom een vergelijkbaar kennisniveau een nastrevenswaardig doel is. Waarom kun je niet een tweede examen ernaast doen in een deelgebied waarin je je gespecialiseerd hebt? Waarom zijn er geen examens van verschillende moeilijkheidsgraden waardoor scholen en leerlingen uitgedaagd worden de Oostduitsgrijze middelmaat te verlaten?
Zoals het nu gaat ligt de verantwoordelijkheid voor het examen bij de overheid die geacht wordt een neutrale autoriteit te zijn. Gelukkig weten we inmiddels allemaal dat de overheid verre van neutraal is en dat de katalysator om tot een behoorlijke kwaliteit voor een redelijke prijs te komen –  vrije entree aan de aanbodzijde en vrije keuze aan de afnamezijde – bij een overheidskartel per definitie afwezig is. Het is dus domweg niet mogelijk een overheidsproduct van behoorlijke kwaliteit voor een redelijke prijs te krijgen. Een overheidskwaliteitsstempel in de vorm van een examen vormt hierop geen uitzondering.
Dankzij het multiculturalisme en de bijbehorende overgang naar een low-trust society, waarvan het bedrog bij Ibn Ghaldoun slechts een onderdeel vormt, stijgt de behoefte aan vertrouwenwekkende indicatoren. Het is nog maar de vraag of de overheid die rol kan blijven vervullen. Met name omdat ook nu weer blijkt dat toezicht en regulering voortdurend tekort schiet. Het zijn niet de toezichthouders geweest die de misdragingen hebben ontdekt. Ondanks diverse aanwijzingen zoals een plotse, schijnbaar uit het niets voortgekomen, ommekeer in de schoolresultaten is de achterdocht van de toezichthouders niet gewekt. Nee, het waren leerlingen zelf die misschien door een opwelling van schuldgevoel, misschien uit bravoure, de examens online hebben geplaatst. Ofschoon de toezichthouders zich mogelijk onaantastbaar wanen, moet deze misser wel degelijk consequenties hebben voor hun imago.
In een vrije samenleving zullen er scholen zijn als Ibn Ghaldoun waar de Koran voorbeeldig wordt onderwezen en de rest van het curriculum onderbelicht blijft. Toch zal een samenleving snel weten dat het maatschappelijke nut van een dergelijke scholing negatief afsteekt tegen een meer westerse variant. Het zal waarschijnlijk wat langer duren voordat moslimouders begrijpen dat de weg naar maatschappelijk succes niet in de koran beschreven staat. Overigens zullen ook leerstoelen waar nauwelijks behoefte aan bestaat of waarvan de toepassingen met subsidies overeind gehouden worden, voor hun voortbestaan moeten vrezen.
Verbieden kan, vrijheid is beter. Niet in de laatste plaats omdat al gauw meer verboden wordt dan dat wat evident is. Vernieuwende initiatieven zijn wel degelijk gewenst; ook in het onderwijs. Daarnaast betekent vrijheid tevens vrijwaring van de sociaaldemocratische eenheidsworst die zo vurig gewenst wordt door onze bestuurders. Een vrijwaring die gestimuleerd kan worden door privatisering van de kwaliteitsindicator in de vorm van het examen en daarmee vergroting van het aanbod en de keuze uit kwaliteitsindicatoren waardoor scholen, opleidingen en hun cliënten zich kwalitatief beter kunnen onderscheiden tov elkaar.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten