Laten we elkaar niets wijsmaken: we liggen elkaar niet. Volgens u ben ik een populist, extreem-rechts, zet ik groepen tegen elkaar op, ben ik stiekem tegen de democratie en eigenlijk deep down inside een fascist. Als er morgen fotos van mij zouden opduiken in lederhosen en met gestrekte rechterarm, zult u zeggen: zie je wel, ik heb het altijd geweten. Tokkietuig.
Het is niet alleen dat u mij niet mag. U misgunt me zelfs mijn baan. Als alleen NRC-abonnees stemrecht zouden hebben (wees eerlijk: daar droomt u toch weleens van), komt mijn partij niet verder dan vier zetels. Met mijn vijfde plaats op de kandidatenlijst van de PVV was ik zo mooi buiten de boot gevallen.