Culturen in beweging: het Allard Pierson Museum in Amsterdam toont de archeologische schatten van het fascinerende schiereiland aan de Zwarte Zee.
Op steenworpafstand van Sotsji, aan de Zwarte Zee, ligt het Oekraïense schiereiland dat bekend staat als de Krim. Een naam die velen van ons wel wat zegt, al is het alleen maar vanwege de beruchte Krimoorlog die daar van 1853 tot 1856 werd uitgevochten. De Europese grootmachten waren eeuwenlang verwikkeld in een strijd waarin ze elkaar probeerden af te troeven als het om het inpikken van land ging en in de Krimoorlog hadden ze het voorzien op het langzaam uiteenvallende Ottomaanse Rijk.
Ik zal verder niet ingaan op de strijdende partijen en hun motieven, maar een interessant aspect aan dit conflict is dat dit één van de eerste oorlogen was waarvan rechtstreeks verslag werd gedaan aan het thuisfront. Door moderne uitvindingen als de telegraaf en fotografie konden journalisten sneller dan ooit hun nieuws doorgeven en voor het eerst kregen de thuisblijvers ook beelden te zien van het slagveld. Dat bleef natuurlijk niet zonder gevolgen. Berichten over de slechte verzorging van gewonde Britse soldaten veroorzaakten in het thuisland zon ophef dat er drastische maatregelen werden genomen door de regering; in een reactie hierop verwierf Florence Nightingale grote bekendheid door de medische zorg ter plekke met strakke hand te reorganiseren.
Tot zover de moderne geschiedenis van de Krim die toch wel redelijk algemeen bekend is, maar de historie van het schiereiland op de grens van Europa en Azië gaat uiteraard véél verder terug. Archeologische vondsten in de regio tonen aan dat er in de 7e eeuw v.Chr. al mensen woonden. Het Allard Pierson Museum vertelt het verhaal van deze bekende en minder bekende volkeren uit de oudheid in de tentoonstelling De Krim Goud en Geheimen van de Zwarte Zee en kan daarbij flink uitpakken met archeologische topstukken die afkomstig zijn uit maar liefst vijf verschillende Oekraïense musea. Aan de hand van deze vele vondsten gaat de bezoeker op een soort reis door het gebied en komt er -als het goed is- achter wat er wordt bedoeld met dat goud en die geheimen.
De bezoeker maakt kennis met de Scythen, de oorspronkelijke bewoners van het Noordelijke Zwarte Zeegebied, maar lang blijven ze niet alleen. Er komen Griekse kolonisten die nederzettingen stichten; hun verbond van steden groeit uit tot het zgn. Bosporusrijk. Er bloeit een levendige handel op tussen de Scythen en hun nieuwe buren, die veel graan exporteren naar Griekenland. Daar krijgen de Scythen dan weer mooie sieraden voor terug. Een prima deal die voor beide partijen werkt, maar dan verschijnt er een ander volk ten tonele: de Sarmaten. Zij vallen het gebied steeds maar weer binnen, wat de Grieken ertoe drijft om hulp te vragen aan de machtige Mithridates van Pontus. Die helpt graag een handje en breidt zo zijn eigen machtsgebied weer uit. We zijn dan inmiddels in de eerste eeuw v.Chr. beland. Uit alle macht probeert koning Mithridates op zijn beurt de opmars van de Romeinen tegen te houden, maar daar is eigenlijk geen beginnen aan; na zijn dood -een dramatische zelfmoord- wordt het Bosporusrijk als vazalstaat ingelijfd bij het Romeinse Rijk.
Nu er weer rust en vrede heerst kan er een nieuwe bloeiperiode beginnen. Dat de Krim in deze tijd een belangrijk (handels)kruispunt is tussen Europa en Azië blijkt wel uit de vele opgegraven voorwerpen die uit alle windstreken afkomstig zijn; één van de pronkstukken is een origineel Chinees lakkistje, dat via de beroemde zijderoute vanuit China op de Krim terecht is gekomen. Helaas komt aan alles een einde en zo ook aan deze klassieke oudheid aan de Zwarte Zee. In de derde en vierde eeuw vallen de Hunnen en de Goten het gebied binnen en is het snel gedaan met het Bosporusrijk. Natuurlijk brengen ook deze volkeren hun eigen cultuur mee, maar van de Hunnen is op één krijgersgraf na- niet bijster veel teruggevonden. De Goten hebben ons tenminste nog meerdere grafvelden nagelaten, met pronkgraven waarvan de inhoud nu voor een deel in de vitrines in het Allard Pierson Museum ligt.
Het is leuk dat het museum inhaakt op de Olympische Spelen door juist nu met deze tentoonstelling te komen, al is de rijke archeologische erfenis van de Krim hoe dan ook een verborgen schat die het verdient om ontdekt te worden. Het onderwerp spreekt misschien iets minder tot de verbeelding in vergelijking met de vorige exposities die over Troje en Egypte gingen, maar laat u daardoor niet tegenhouden. Klein minpuntje nog voor de bezoeker die geen Nederlands spreekt: de informatieve teksten op de muren zijn weliswaar ook in het Engels te lezen, maar omdat men gekozen heeft voor goudkleurige letters op gekleurde achtergronden vond ik die informatie niet altijd even goed leesbaar. Dat had ook een beetje te maken met de manier van belichten. Voor de Nederlandse teksten zijn overigens witte letters gebruikt en die zijn prima te zien.
De Krim Goud en Geheimen van de Zwarte Zee is tot en met 18 mei te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam.