In het televisieprogramma
Buitenhof van zondag 15 januari zei premier Rutte dat Europa voor de jonge generaties niet meer om het voorkomen van oorlog ging, maar om het verdienen van heel veel geld. Paul Scheffer zei het in
NRC Handelsblad van zaterdag 14 januari minder plat, maar ook voor hem heeft de euro een nieuwe legitimatie nodig. Het 'nooit meer oorlog' is volgens hem aan slijtage onderhevig en voldoet niet meer.
Beide uitspraken hebben mij verbaasd. Europa is nu niet minder een pacificatieproject dan bij de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal in 1951. De kans op een terugval in een verwoestend nationalisme was toen weliswaar groter, omdat de Tweede Wereldoorlog nog maar net voorbij was en er nog nauwelijks van een nieuwe orde kon worden gesproken, maar voor iedereen was duidelijk dat alleen een herstel van de Europese economie het continent in stabieler vaarwater zou brengen. In die zin is er nu niks nieuws onder de zon. Het gevaar van de uitleg van Rutte is echter dat de euro voor de jonge generaties juist niet gelijk staat aan 'heel veel geld verdienen', maar aan 'heel veel geld riskeren' voor de borgstelling van Zuid-Europa. Zelfs als Rutte gelijk zou hebben, dan nog heeft hij de schijn tegen. Dan ben je niet overtuigend bezig en gelooft straks geen jongeling je meer.
Wat Scheffer zegt over het versleten argument van 'nooit meer oorlog', vond ik vroeger ook, tot de euro in 2002 uit de geldautomaten kwam. Mij leek het in de jaren negentig zelfs waarschijnlijk dat de eenheidsmunt binnen een zo divers Europa voor toenemende spanningen kon gaan zorgen. We mogen wel zeggen dat dit is bewaarheid. Maar intussen is de euro er nog steeds en heeft de invoering van de euro voor een voldongen feit gezorgd, een kwalitatieve sprong in het Europese integratieproces van een (denkbeeldig) plan naar een (onomkeerbare) realiteit. Toekomstplannen moet je legitimeren, want waarom zou je iets veranderen als de bestaande orde voldoet? Realiteiten zijn een gegeven, zelfs als ze onbevredigend zijn, en wie nu van de euro wil afstappen en weer terug wil naar de oude nationale munten of een neuro en een zeuro, zal met een heel goed verhaal moeten komen waarom dat een oplossing zou zijn voor de huidige en toekomstige problemen. Dat Duitsers en Nederlanders uit de euro willen stappen omdat zij niet langer voor de rest willen instaan, is nog voorstelbaar, maar vooralsnog is dat niet gebeurd en het wordt met elke nieuwe borgstelling ook onwaarschijnlijker. Ook de Zuid-Europese landen, die inclusief Frankrijk nu allemaal in meerdere of mindere mate zijn afgewaardeerd, voelen er niks voor, want hun schuldpositie wordt nog erger bij terugkeer naar de oude munt. Dat de euro er nog steeds is, na twee jaar existentiële crisis, laat zien hoe 'keihard' die munt nu al is. Er bestaat geen liefde voor de munt, maar niemand durft er ook echt uit te stappen. Het gevoel van verraad zou in Zuid-Europa en vooral in Frankrijk bij het weglopen van Duitsland uit de euro (een kans die om historische redenen verwaarloosbaar klein is) immens zijn. Dan dreigt misschien geen oorlog, maar wel allerlei intern geweld (tegen Noord-Europeanen en hun bezittingen in Zuid-Europa bijvoorbeeld).
Rutte zou dus tegen de jonge generaties moeten zeggen dat Europa nog steeds een pacificatieproject is, waarbij het nu zaak is om de in het verleden verworven welvaartspositie als continent vast te houden. Dat gaat beter als de eurolanden blijven instaan voor elkaar. Dat schept minder onzekerheid voor de toekomst. Dat is ook de enige manier om het vertrouwen van de financiële markten in de eurozone te herstellen en te versterken. Tegen Scheffer zou ik zeggen dat de euro geen legitimatie meer nodig heeft. De euro legitimeert zichzelf, doordat wij de eenheidsmunt sinds hij uit de geldautomaten komt simpelweg gebruiken, ook al ligt dat ding ons als een onverteerbare pil op de maag. Hier geldt: pecunia non olet. Het is zelfs mogelijk dat straks half Zuid-Europa afbrandt onder druk van impopulaire hervormings- en saneringsmaatregelen die binnenlands verzet tegen de eigen onder curatele staande regeringen uitlokken. Maar de euro blijft bestaan en overleeft ons allemaal. Harder kan een munt niet zijn.