De vrijlating van 2900 gevangenen is volgens president Castro een gebaar van goede wil in reactie op verzoeken om vrijlating van familieleden en religieuze instituties. Het aanstaande bezoek van paus Benedictus XVI is volgens Castro een van de redenen voor de vrijlating, die volgens de president Cubas kracht toont. Onder de binnenlandse gevangenen die vrijgelaten worden zijn volgens de autoriteiten een aantal gevangenen die veroordeeld waren voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid.