Van het bedreigen van een democratisch verkozen Kamerlid tot het demoniseren van “de allochtonen”. De staat van het land is schokkend – en iedereen is daar verantwoordelijk voor. Alleen een wederkeer van de nuance en relativering verhelpt deze problemen.
In het beperkt aantal jaren dat ik op deze aardbol heb rondgescharreld, lijkt dit moment wel het meest gespannen moment dat ik heb meegemaakt in Nederland. Geheel verrassend is het ook niet, gezien de enorme economische crises, de coronapandemie en de nieuwe bijbehorende beleidsvoorstellen. Die spanning en komt voor uit een absentie van onder andere nuance. In tijden van crises lijkt het idee daarvan niet meer te bestaan. Je hoort immers voor óf tegen te zijn, voor óf tegen de politie te zijn, voor óf tegen “de allochtonen” te zijn.
Wanneer zou worden gesteld dat een gematigde lockdown zowel de volksgezondheid als de economie positief beïnvloedt, wordt men door teveel partijen in de Tweede Kamer vreemd aangekeken – terwijl Tweede Kamerleden juist een voorbeeldfunctie zouden moeten vervullen. Soms wordt verwezen naar pseudowetenschappelijk onderzoek, en veelal wordt “de economie” gezien als een onderwerp voor de welgestelden. Het resultaat van goedkope retoriek is bekend – niet geheel wenselijke praktijken.
Tegelijkertijd is niet alleen het democratische proces verantwoordelijk voor deze maatschappelijke gebreken. Nederlanders die geen werk hebben en hun frustratie uiten door middel van protesten laten zich in te grote getallen leiden door emoties – waardoor gevaarlijke situaties ontstaan.
Toch zouden volksvertegenwoordigers die deze groepen vertegenwoordigen zich moeten inzetten om deze ernstige problemen te verhelpen; zij zouden nuanceringen, relativeringen en de rationaliteit niet uit de weg moeten gaan opdat zo de veiligheid en welvaart van het land wordt gewaarborgd.
De nuance, voorkomend uit de rede, brengt mensen namelijk bij elkaar. Het biedt de mogelijkheid voor alle partijen om gelijk te krijgen, terwijl er niet één dominante politieke visie aanwezig is. En dat is iets positiefs – zeker in het Nederland van vandaag.