De Britse premier David Cameron heeft fijntjes duidelijk gemaakt dat hij geen premier is geworden om zijn voorganger Gordon Brown te fêteren. De sociaal-democraten tonen zich beteuterd.
Lachen om sociaal-democraten is een van mijn favoriete rechtse hobby's. In minder dan tien jaar tijd hebben ze het door heel Europa heen voor elkaar gekregen de haat en ergernis af te vangen die voorheen machtspartijen als het CDA te beurt vielen. Ook in het Verenigd Koninkrijk, waar Labour in de peilingen tenminste het geluk heeft dat beide concurrenten midden in een onplezierige mega-bezuiniging staan.
Vandaag heeft premier David Cameron laten zien dat hij niet van teflon en rubber gemaakt is. Hij heeft de kandidatuur van Gordon Brown voor het ambt van directeur-generaal binnen het Internationaal Monetair Fonds geblokkeerd door hem wegens incapabel af te serveren. Tot ongenoegen van de socialistische voorman Ed Milliband, die eerder over een "sterke kandidatuur" en een "uitmuntende kandidaat" sprak.
En dat is balen voor Gordon Brown, die - zoals het een goed sociaal-democraat betaamt - het jaarsalaris van ruim 300.000 euro vol gaarne in zijn diepe zakken had gestoken. Maar zijn afwijzing is wel zwaar terecht. Want wat zou Cameron nog als eerste minister waard zijn als hij de hoofdverantwoordelijke voor jaren van pijnlijke bezuinigingen zou belonen met een mooie baan in het hart van de internationale economie?
En wie legt dat beter uit dan David Cameron zelf: "Waar het om gaat is, is de persoon die het IMF gaat leiden iemand die de gevaren van een overmatige schuldenlast en buitensporige tekorten ziet? Het moet echt iemand zijn die dat begrijpt, niet iemand die zegt geen problemen te zien."
Tien jaar lang minister van Financiën zijn en vervolgens als twee jaar premier de boel volsoppen. Het land zien afglijden totdat een mega-bezuinigingsoperatie alles is wat het nog kan doen. En dan opgaan voor een belangrijke post in de internationale politiek...
We kunnen Brown in ieder geval niet verwijten geen lef te hebben.