China heeft de rente onverwacht met een kwart procentpunt verhoogd. Wereldwijde reactie: beurzen in mineur en verhalen over de draconische maatregelen die nu nodig zijn om de economie draaiende te houden schieten als paddenstoelen uit de grond. We staren ons nog steeds blind op China. Echt blind, want zo onverwacht kwam dit toch ook weer niet. China zoekt gewoonweg naar manieren om de stromen goedkoop geld in te dammen. De huizenprijzen in welvarende steden lijken namelijk op een ontzettende bubbel gebouwd te zijn. En als die barst is China terug bij af.
China, land van onbegrensde mogelijkheden, heeft nogal wat problemen: gierende inflatie, veel te veel goedkoop geld en een enorme vraag naar vastgoed. Omdat er veel geld voorhanden is, wordt er veel gebouwd, tegen steeds hogere prijzen. Er wordt driftig gespeculeerd en de vastgoedprijzen zingen steeds verder los van de reële waarde. China wil Japan niet navolgen, waar op het hoogtepunt van de vastgoedbubbel in 1989 de grond waarop het keizerlijk paleis stond, evenveel waard was als de hele stad New York. Japan viel hard na bubbeltje-prik en is sindsdien kreupel.
Wat de verhoging van de rentestand ook weer eens benadrukt is dat China, land of hope and glory, nog steeds gebukt gaat onder het communisme en dito bestuursstijl. Dat betekent dat alles in het diepste geheim gebeurt. Handug! Daarom kan een verhoging van de rentestand als een verrassing komen; Westerse leiders bereiden de markten voor de officiële aankondiging voor met opzettelijk doorzichtige speeches, daar heb je wat aan. De (bijna) tweede economie van de wereld is een onvoorspelbare moloch.
Dat wil echter niet zeggen dat je bepaald beleid niet kunt zien aankomen. Vroeg of laat zou China wat doen aan de inflatie. De communisten zouden de renminbi duurder kunnen maken (om zo de inflatie-import te beperken), maar dat willen ze niet. Dus gooit de Partij Chinese centrale bank de rente omhoog om de inflatie af te remmen. Toegegeven, het is een wat tegen-intuïtieve maatregel, omdat het de vraag vanuit het buitenland, waar China zo op leunt, afremt. Desalniettemin beperkt dat de inflatie ook, dus was het een mogelijkheid om rekening mee te houden.