Op basis van uitgebreid onderzoek ter plekke concludeerde De Haas dat de culturele, sociale en economische effecten van migratie op korte en middellange termijn niet tot minder migratie leiden, zoals lang gedacht is, maar juist méér migratie uit en naar de Todra-vallei veroorzaken. Mensen willen onverminderd migreren, al zijn hun levensomstandigheden de afgelopen decennia dankzij de inkomsten van emigranten die hen voorgingen - aanzienlijk verbeterd. Het ambitieniveau van de achterblijvers is onder invloed van onderwijs, media en de blootstelling aan de welvaart van de vertrekkers sneller toegenomen dan wat de bestaansmogelijkheden in Marokko hun te bieden hebben. Daardoor willen ze weg. En door de economische en sociale ontwikkeling van het gebied kúnnen ze ook weg.
Groeiende mobiliteit en migratie maken dus onderdeel uit van het ontwikkelingsproces van arme landen. Diezelfde waarneming deed Ghana-kenner Lothar Smith, verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij bestudeerde transnationale netwerken in de Ghanese hoofdstad Accra. In 2005 ontving Ghana officieel anderhalf miljard dollar aan geldoverboekingen van migranten, een derde van het bruto nationaal product. De niet-geregistreerde overboekingen zouden het officiële bedrag nog wel eens kunnen overtreffen. Aangezien het de rijkeren zijn die het zich kunnen veroorloven te migreren, neemt met een toename van de welvaart in Ghana het aantal migranten alleen maar toe, concludeert Smith.