Europees Hof bevestigt: overheden mogen religieuze symbolen zoals een hoofddoek verbieden

De zaak betrof een bureauchef uit Luik die, ondanks beperkt direct contact met burgers, wilde afdwingen dat ze een hoofddoek mocht dragen. Het hof oordeelde echter dat overheden de vrijheid van godsdienst niet schenden wanneer ze van hun personeel verlangen geen religieuze symbolen te dragen. Dit geldt niet alleen voor hoofddoeken maar ook voor andere religieuze uitingen, zoals kruisjes en keppeltjes. Het hof benadrukte het belang van consistentie: als bepaalde religieuze symbolen verboden zijn, moeten alle religieuze symbolen op gelijke wijze behandeld worden.

Deze uitspraak sluit aan bij eerdere beslissingen die overheden en werkgevers ruimte geven om het dragen van religieuze symbolen te reguleren. Het hof erkent dat overheden de vrijheid hebben om te kiezen voor volstrekte neutraliteit, zoals in Frankrijk, waar geen enkel religieus symbool is toegestaan, of voor meer flexibiliteit, zoals in het Verenigd Koninkrijk.

In Nederland wordt al geruime tijd gediscussieerd over het dragen van religieuze uitingen op de werkplek. Hoewel politieagenten beperkt worden in het dragen van religieuze symbolen, gelden er over het algemeen minder strenge regels voor andere ambtenaren. Demissionair justitieminister Dilan Yeşilgöz pleit voor een striktere aanpak, waarbij bijvoorbeeld boa's dezelfde regels als de politie moeten volgen.

Met de mogelijke vorming van een kabinet met de PVV lijkt een strengere regelgeving omtrent het dragen van religieuze symbolen op de Nederlandse werkplek een kwestie van tijd te zijn. PVV-leider Geert Wilders heeft eerder duidelijk zijn standpunt hierover kenbaar gemaakt, wat kan leiden tot veranderingen in het beleid met betrekking tot religieuze uitingen door ambtenaren.