Hubert Bruls, de vertrekkende voorzitter van het Veiligheidsberaad, heeft zijn laatste dag in functie achter de rug. Bruls was de afgelopen jaren een van dé gezichten van de coronacrisis in Nederland, maar werd door velen bekritiseerd vanwege zijn autoritaire optreden. Bruls zelf zegt dat hij geprobeerd heeft de rust te bewaren in een moeilijke periode. Toen Bruls in 2018 aantrad als voorzitter van het Veiligheidsberaad, was dat nog een relatief onbekend overlegorgaan. Maar toen de coronacrisis uitbrak, werd het beraad een belangrijke schakel tussen de landelijke beleidsmakers en de regionale handhavers. Bruls werd daardoor een belangrijk gezicht van de crisis, en trad vaak op als woordvoerder namens alle
veiligheidsregio's van Nederland.
Maar Bruls' optreden viel niet bij iedereen in goede aarde. Veel Nederlanders vonden hem een polariserende factor in coronatijd, die zich gedroeg als een totalitaire voorzitter van het veiligheidsberaad. Bruls werd bijvoorbeeld bekritiseerd vanwege zijn harde opstelling ten opzichte van demonstranten, en zijn uitspraken tijdens de lockdowns. Heel veel Nederlanders zijn daarom blij met zijn vertrek.
Desondanks zegt Bruls in
het AD dat hij geprobeerd heeft om de rust te bewaren in een turbulente periode. "We hebben als veiligheidsregio's veel moeten improviseren en snel handelen in een situatie die niemand eerder had meegemaakt", aldus Bruls. "Ik ben trots op de manier waarop we als beraad hebben samengewerkt om Nederland door deze crisis te loodsen."
Bruls zal zich nu weer gaan bezighouden met zijn eigen stad
Nijmegen, waar hij
burgemeester is. Zijn opvolger als voorzitter van het Veiligheidsberaad is de burgemeester van Dordrecht, Wouter Kolff (VVD). Zijn opvolger is ook niet te benijden hij moet asielzoekers gaan verdelen over de veiligheidsregio's.