Eva Vlaardingerbroek, een felle jongedame die door links ooit werd neergezet als “de blonde schildmaagd van rechts”, haalt op X hard uit naar de nieuwe censuurwet. Ze schrijft: “The face of censorship in Europe strikes again. This unelected man doesn’t give a rat’s ass about “disinformation”, he just hates the fact that people can speak the truth and criticize tyrants like him on this platform, so he’s doing everything he can to take it down.” Kort samengevat, de EU is er niet op uit om de kwaliteit van onze informatievoorziening te waarborgen, maar wil bepalen welke informatie wij tot ons nemen.
Eurocommissaris Thierry Breton heeft recentelijk kritiek geuit op het platform X, voorheen bekend als Twitter, vanwege het vermeende verspreiden van “illegale inhoud en desinformatie” binnen de EU met betrekking tot het Israëlisch-Palestijns conflict. Zoals wel blijkt uit de scherpe reactie van Vlaardingerbroek, beschouwen sommigen zijn betrokkenheid als een vorm van overdreven bemoeizucht.
Er is twijfel geuit over de aangehaalde “gekwalificeerde bronnen”, en dit kan worden gezien als een voorbeeld van ondoorzichtige en manipulatieve praktijken van Europese ambtenaren. Het roept sowieso vragen op over de vrijheid van meningsuiting en of onwelgevallige meningen worden onderdrukt. Vragen waarop ik ook inga in mijn nieuwste boek: De greep op de publieke opinie.
Daarin zet ik uiteen hoe het verhaal over bestrijding van ‘nepnieuws’ c.q. ‘desinformatie’ iets totaal anders behelst dan het aanpakken van ‘hate speech’ – dit betekent feitelijk het sturen van discussies naar niet-polariserende berichtgeving. De Europese Commissie – of zo u wilt de EU – gooit deze zaken opeen om het gevoel van urgentie te verhogen en zo meer bevoegdheden naar zich toe te trekken op het vlak van mediawetgeving. Het voorstel om ons te ‘beschermen’ tegen nepnieuws zal uitdraaien op het bevorderen van mediakanalen die in politieke zin niet-populistisch zijn.
Breton’s voorganger, de Eurocommissaris Julian King, publiceerde bijvoorbeeld over “pernicious and divisive content”. Wie bepaalt de definitie van dat soort content? Wat al dan niet als “verdelend” geldt zal altijd afhangen van de heersende politieke kleur. Wat al dan niet “pernicious” is, hangt af van het maatschappijbeeld dat men qua ideaal nastreeft en is dus onlosmakelijk verbonden met een politieke opvatting.
Van begrippen als “pernicious” en “divisive” zal nooit een definitie ontstaan die niet politiek omstreden is. Daarom is het verkeerd om dit criterium te verheffen tot criterium van beleid. Vroeg of laat zal dit mediabeleid dan een middel worden voor de machthebber(s) om onwelgevallige meningen in de hoek van nepnieuws en desinformatie te plaatsen: control the media, control the mind. Allerlei algoritmes en moderatie maken dat veel content (lees: kritische artikelen over terreuraanslagen, immigratieproblematiek en de transferunie) geruisloos naar de achtergrond verdwijnt.
Dit komt beslist niet uit de lucht vallen: al eerder vergaderde Frans Timmermans als Eurocommissaris met techreuzen om richtlijnen op te stellen tegen ‘hate speech’. We zijn geen eigenaars van deze platforms maar slechts gebruikers: dit betekent dat wij geen vrijheid van meningsuiting hebben maar slechts van toegestane meningsuiting. Om realistische en postprogressieve meningen te blijven ontplooien, is het van belang dat er een soeverein-realistisch medianetwerk ontstaat. Zoals in mijn boek nader wordt toegelicht, komt dit de diversiteit aan ideeën ten goede en vergroot dit het uitzicht op waarheidsvinding.
Deze notie van ‘hate speech’ opent samen met de inzet van algoritmes en het gebruik van de strafwet, de deur om gebruikers van sociale media te controleren, te disciplineren en eventueel te conditioneren. Het Chinese systeem – waarbij de overheid een sociaal profiel toekent en burgers c.q. onderdanen classificeert op basis van professionele evenals recreatieve activiteiten, consumptievoorkeuren en maatschappelijke uitingen – wordt ook wel de ‘surveillance state’ genoemd dan wel ‘digitaal autoritarisme’. Digitaal autoritarisme kenmerkt zich door een uiterst effectief gebruik van hightech ter fundering van een autoritair machtsbestel. In dergelijke regimes wordt een politiestaat in stand gehouden met behulp van de nieuwste technologie.
Elon Musk, de bekende miljardair, wordt dringend verzocht om de effectiviteit van de systemen te waarborgen, maar sommigen zien dit als een gebrek aan effectiviteit aan de kant van de commissaris. Ze beweren dat X de enige plek is waar ongecensureerde informatie over de gruweldaden van Hamas te vinden is.
De dreiging van sancties door Breton zonder tastbaar bewijs van ‘potentiële’ illegaliteit moet als problematisch worden beschouwd. Gelukkig zijn er wakkere mediagebruikers die de EU nu bekritiseren op grond van haar neiging om eerst te oordelen en te veroordelen voordat ze vragen stelt.
Kortom, er heerst een zekere bezorgdheid over de inmenging in de vrijheid van meningsuiting op X, dat voor velen fungeert als een ‘dorpsplein’ waar toegang tot informatie en verschillende perspectieven wordt gewaardeerd. Voor deze vrijheid moet worden gestreden – ze mag niet worden opgegeven, ongeacht de eisen of dreigementen van buitenaf. Deze strijd zet ik nader uiteen in mijn nieuwste boek: De greep op de publieke opinie. Er zijn drie bijeenkomsten gepland!
Op 23 oktober, de aftrap, worden we verwelkomd door burgemeester Jean-Marie Dedecker in Middelkerke. Meldt u zich hier aan! Gevolgd door een presentatie op 27 oktober in in Nederland, in Velp, met prof. Paul Cliteur — aanmelden kan hier. Tot slot, 28 oktober in het Nederlandse Beverwijk, met Joost Niemöller, die tevens het nawoord schreef. Aanmelding kan hier. Ik zie uit naar deze bijeenkomsten — hopelijk tot dan!