In 2006 kocht Sjoerd van Keulen, toen topman van SNS, het vastgoedfonds Bouwfonds Property Finance dat uiteindelijk de ondergang van SNS inluidde.
De raad van commissarissen was er niet blij mee, maar dat was niet omdat die een instorting van de vastgoedmarkt voorzag. Zij vond het niet erg in de strategie passen. Er waren maar heel weinig mensen die toen een ineenstorting van de huizenmarkt in Europa verwachtten. Zelfs toen de Amerikaanse huizenmarkt in 2007 al flink aan het wegzakken was, waren er economen genoeg die dachten dat hier zoiets onmogelijk was. Economen als Eijffinger en Van Wijbergen, bijvoorbeeld, dachten dat aangezien er in Nederland geen subprime hypotheken waren, het onmogelijk zou zijn dat de woningmarkt in Nederland ook uit elkaar zou kunnen klappen.
We weten nu natuurlijk beter, maar dat is makkelijk praten in 2014, nu we precies kunnen uitleggen waarom bij zoveel mensen in Nederland hun huizen onder water staan. Te veel risico genomen, mede op advies van banken. We weten nu ook waarom het enorm kortzichtig was van SNS Reaal om vlak voor de vastgoedcrisis in vastgoedprojecten, onder andere in Spanje, te investeren. Spanje immers was bezig aan enorme overinvesteringen in vakantieparken. Sjoerd van Keulen was niet eens een econoom, maar toch had hij in 2006 ook niet door dat de vastgoedmarkt in Europa al aan het wankelen was.
Had De Nederlandsche Bank (DNB) dan enig idee wat er voor de huizenmarkt in het verschiet lag? Geen idee, zo blijkt uit het rapport van de Evaluatiecommissie Nationalisatie SNS Reaal dat afgelopen week verscheen. Uit dat rapport blijkt dat DNB vooral erop lette of de cijfers in de boeken klopten, maar niet of er grote risicos werden genomen in de vastgoedsector, of dat de top van de markt wel eens bereikt zou kunnen zijn. Deze vaststelling heeft de afgelopen dagen geleid tot een onvervalst spelletje Zwarte Pieten rond Arnold Schilder, toenmalig directeur toezicht van De Nederlandsche Bank. Volgens de evaluatiecommissie had hij aan SNS, zonder enig onderzoek, een verklaring van geen bezwaar voor de overname van het bouwfonds toegezegd. Schilder zelf ontkende deze aantijging en legde de zwarte piet bij zijn toenmalige ondergeschikte Rudi Kleijwegt. Kleijwegt is op dit moment directeur toezicht bij de Rabobank en Schilder is nu voorzitter van
de International Auditing and Assurance Standards Board, de organisatie die de internationale boekhoudregels voorschrijft.
Vrijwel niemand zag de vastgoedcrisis in Europa aankomen in 2006. Het is dus heel makkelijk nu met een beschuldigende vinger te wijzen. Treft Van Keulen, Schilder en Kleijwegt en al die andere hoofdrolspelers die bij het SNS-drama waren betrokken daarom geen blaam voor het verkeerd inschatten van de vastgoedmarkt in Europa? Uiteraard wel, zij hebben beslissingen genomen (of juist niet genomen) die tot hoge risicos en uiteindelijk hoge kosten voor de belastingbetaler hebben geleid. Zij zijn verslagen door de markt en zijn dus kennelijk niet goed genoeg om die markt in de hand te houden. Het is daarom wel navrant te constateren dat falende toezichthouders gewoon elders toezicht kunnen gaan houden of zelfs boekhoudregels kunnen gaan voorschrijven. Van Keulen was al vertrokken bij SNS voor de val definitief was. Hij kreeg drie miljoen mee. Schilder kreeg bijna een miljoen mee toen hij bij DNB vertrok. Falende bestuurders worden hier zelden verantwoordelijk gehouden voor hun falen.