Visie is niet iets wat je van een ambtenaar direct verwacht.
Ambtelijke visies bestaan meestal uit het door een planbureau laten identificeren van een paar trends, die vervolgens extrapoleren naar de toekomst en tenslotte voorzien van een beleidsreactie. Secretaris-generaal Camps van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) vormt hierop geen uitzondering. In zijn
nieuwjaarsartikel in het economenvakblad
Economisch Statistische Berichten (ESB) toont hij zich een echte socialist, in een modern jasje.
Al meer dan 50 jaar geeft de hoogste ambtenaar van EZ in ESB jaarlijks zijn visie op het economische beleid. De huidige SG Camps kent illustere voorgangers, zoals de heren Rutten, Geelhoed en Van Wijnbergen. Deze waren in hun bijdragen wars van de waan van de dag en stelden noodzakelijke beleidsveranderingen voor. Zij kwamen regelmatig in conflict met hun minister. Camps voegt zich echter naadloos in de tijdgeest en stelt geen breuk voor met het staande beleid. Integendeel.
In het begin van het artikel bewijst hij lippendienst aan het vroegere gedachtegoed van EZ: Wendbaarheid en vernieuwingsvermogen zijn essentieel om in te spelen op de veranderende wereld en om talent en kapitaal zo productief mogelijk te benutten. Om vervolgens de aanval te openen op de zelfstandige zonder personeel (ZZPer).
Zoals
Tim Engelbart eerder al schreef vormt het epistel van Camps een nieuwe poging om de ZZPer te ketenen. Onder het mom dat een fundamentele reactie nodig is, waarbij niet de werknemer maar de werkende centraal staat, probeert Camps de ZZPer opnieuw in te lijven in de arrangementen van de verzorgingsstaat. Het is namelijk maar wat lastig dat de ZZPer niet financieel bijdraagt aan de collectieve regelingen die er zijn voor arbeidsongeschiktheid en pensioen.
Waaruit bestaat die fundamentele reactie en welke briljante visie presenteert Camps ons in dit artikel? Hij stelt: Concreet kan hierbij gedacht worden aan een basisvoorziening voor alle werkenden op een lager niveau (met een verzekeringsplicht), waarbij op individueel en sectorniveau aanvullende afspraken gemaakt kunnen worden. Bij een fundamentelere reactie past ook dat het niveau van de huidige fiscale faciliteiten voor zelfstandigen, zoals de zelfstandigenaftrek, opnieuw wordt bezien.
Zelfstandigen doen namelijk iets heel ergs: Zij onttrekken zich als goede risicos aan de sociale zekerheidsregelingen die er zijn en doorbreken daarmee de solidariteit. Daarnaast profiteren zij van fiscale regelingen, zoals de zelfstandigenaftrek. Dat is de socialist in PvdA-lid Camps uiteraard een doorn in het oog. Ook verloochent hij zijn achtergrond als boekhouder op het Ministerie van Financiën niet. Zelfstandigen mogen premie betalen voor regelingen waar zij relatief weinig gebruik van zullen maken en tegelijk ook meer belasting betalen over hun inkomsten.
Voor het bevorderen van wendbaarheid en vernieuwingsvermogen is de ZZPer juist hard nodig. De gemiddelde Nederlandse werknemer wentelt zich het liefst in vrije dagen en vrijetijd; de ontslagbescherming die hij geniet; de toeslagen van de overheid voor huur, kinderopvang, zorgkosten enz. De ZZPer is ondernemer geworden om zijn activiteiten in vrijheid te ontplooien, zonder daarbij gehinderd te worden door de rigide collectieve regelingen van de verzorgingsstaat. Die kosten hem veel tijd en geld, waar hij weinig voor terugziet. Hij wil geen werknemers in dienst, die in de eerste plaats hun rechten laten gelden en waarvan de bijkomende verplichtingen teveel afleiden van de activiteiten waarmee hij zijn brood moet verdienen.
De voorstellen van Camps vormen bij uitvoering een nieuwe stap in de verdere collectivisering van de Nederlandse economie. In plaats van het starre en rigide geheel van regelingen aan te pakken die tezamen de Nederlandse verzorgingsstaat vormen, opent hij de aanval op degenen die zich aan de daardoor gecreëerde lethargie willen onttrekken. Dat daardoor groei- en innovatievermogen worden geofferd op het blok van vermeende rechtvaardigheid neemt hij op de koop toe. Het sluit naadloos aan op het kabinetsbeleid van lastenverhogingen voor iedereen die een bijdrage levert aan de economie. De obsessie met verdelen in plaats van verdienen maakt ondertussen dat de te verdelen koek niet groter wordt.