Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem kwam zondag met een pleidooi voor een belastingherziening. Een verlaging op loonheffingen die gecompenseerd zou moeten worden door heffingen op milieu en vermogen, aldus de minister. Hier kan een probleem ontstaan. Heffingen vóóraf werken kostprijsverhogend en investeringsremmend en leiden tot een slechtere concurrentiepositie. Het is beter de heffingsgrondslag te verleggen naar het moment dat ondernemers resultaat geboekt hebben. Dat stellen Marianne Thieme, Piet van Elswijk en Peter Voogt.
Wat drijft een samenleving met talloze onvervulde hulpvragen tot het uitsluiten van een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking van het arbeidsproces? Terwijl deze mensen betaald moeten worden, via een uitkering?
Arbeid in Nederland is onbetaalbaar geworden. Als gevolg van massieve loonheffingen die in feite een accijns op arbeid vormen. Neemt een werkgever personeel aan, dan geldt dat hij op een modaal netto-inkomen van 1866,- per maand nog eens 1011,- (= 54%) aan loonheffingen moet toeleggen. MKB ondernemers kunnen dat risico niet nemen, een logische oorzaak van stijgende werkloosheid.
Arbeid kan gemakkelijk fors goedkoper worden, zonder dat de nettolonen en koopkracht dalen. Juist nu het kabinet haar hoofdpijndossiers zoals werkloosheidsbestrijding en jeugdzorg over de schutting van de gemeenten gooit, is het de hoogste tijd voor nieuwe vormen van werkloosheidsbestrijding.
Er is een beproefd systeem om de loonkosten te verlagen: PROHEF. Eind jaren 90 door Kamerlid Balkenende geduid als een geniale oplossing voor een niet bestaand probleem. Omdat er toen geen werkloosheidsprobleem, maar een tekort aan arbeidskrachten was. Inmiddels is de tijd rijp het systeem alsnog in te voeren. Wanneer de gemeente de loonheffingen voorschiet via een budgetneutrale subsidie, kunnen ondernemers met minder risico en kosten personeel aannemen.
Om de lagere overheidsinkomsten te compenseren voor het wegvallen van loonheffingen, kan een heffing worden ingevoerd op de geboekte resultaten, enigszins vergelijkbaar met de wijze waarop de BTW georganiseerd is. Dit is echter geen consumentenbelasting, maar een producentenheffing achteraf, in ruil voor de lagere loonkosten.
De consument zal er weinig van merken, het ondernemersrisico neemt drastisch af en de werkgelegenheid kan eindelijk toenemen, omdat ondernemers niet langer beboet worden voor het aannemen van nieuw personeel.
Bovendien wordt research direct gemiddeld zon 30% goedkoper, omdat daarover geen heffing over nodig is. Omdat meer werkgelegenheid zorgt voor minder uitkeringsgerechtigden, ontstaat in de gemeenten vervolgens budgettaire ruimte om de productieheffing geleidelijk te verminderen.
De voorgestelde fiscale herziening, waarin loonheffingen verlegd worden naar een productieheffing, kan tegelijk een duurzame economie bevorderen. Duurzame inkoop en productie worden beloond met een lagere productieheffing. Voor de overheid kan dat kostenneutraal.
De uitvoerbaarheid en werkgelegenheidseffecten van dit PROHEF-systeem zijn gunstig beoordeeld in praktijkexperimenten. Macro-economische toetsing door CREED (UvA) leerde een verwachte stijging van het BNP met 10% in enkele jaren. Juist nu gemeenten via de decentralisatie verantwoordelijk worden voor het werkgelegenheidsbeleid, kan met de verlaging van de loonkosten het werk weer betaalbaar worden voor elke werkgever, zonder loonsverlaging voor de werknemer.
In de campagnes voor de raadsverkiezingen is nauwelijks aandacht voor werkloosheidsbestrijding. Ten onrechte. Juist nu willen kiezers weten wat politici gaan doen om werk te maken van de problemen waar burgers onder gebukt gaan.
Marianne Thieme
Voorzitter Tweede Kamerfractie Partij voor de Dieren
Piet van Elswijk
Peter Voogt
Economie op Mensenmaat, Stenden Hogeschool