De financiële middelen in het kader van de WMO, die per 1 januari 2015 naar de gemeenten zullen gaan, zullen aan die gemeenten beschikbaar worden gesteld via een deelfonds Sociaal Domein.
Dit deelfonds wordt opgenomen in de begroting van het gemeentefonds. Twee centrale uitgangspunten zijn hierbij van belang:
De middelen worden tijdelijk (gedurende drie jaar na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel) beschikbaar gesteld via een apart begrotingshoofdstuk in het Gemeentefonds. Afgesproken is, dat het rijk vanaf volgend jaar onder alle 403 gemeenten ruim 10 miljard verdeelt (10.359 miljoen euro en nog wat). Dat is gemiddeld 528 per inwoner. Er zijn echter per gemeente grote verschillen, zo blijkt uit het complete overzicht. Het minst krijgt Schiermonnikoog, namelijk 196 per inwoner en de gemeente Pekela krijgt het meest, te weten 1.174 per inwoner. In totaal krijgen 256 gemeenten minder dan het landelijk gemiddelde. Waaronder Utrecht (386), Den Haag (515) en Amsterdam (523). Rotterdam krijgt meer dan gemiddeld: 577 per inwoner.
Bijzonder aan dit deelfonds is, dat het wordt toegevoegd aan het gemeentefonds, dat daarmee een kleine 10,4 miljard euro in omvang toeneemt stijgt. Een tot dusver niet eerder gehanteerde constructie. Die constructie houdt vervolgens in dat gemeenten de middelen alleen mogen uitgeven aan de drie onderdelen waaruit het sociaal deelfonds bestaat (zie boven). Wel mogen gemeenten zelf bepalen hoe ze de middelen verdelen over die drie onderdelen. Ze hoeven daarvoor ook geen verantwoording af te leggen aan het rijk, maar natuurlijk wel aan de gemeenteraad. Zie onder de verdeling over de verschillende onderdelen:
In dat 'gemeentefonds' zit een kakofonie aan uitkeringen. Onder andere de algemene uitkering, die de gemeente vrij ter beschikking staat. De integratie-uitkering is weliswaar geld met een specifiek doel, maar wordt op een bepaald moment ook overgeheveld naar de algemene uitkering. Ook de decentralisatie-uitkering gaat op in de algemene middelen, alleen is ook daarvan niet bekend wanneer dat gebeurt.
Ik heb hier al eerder geschreven over die WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), die sinds 2007 geldt, maar nu per 1 januari 2015 dus wordt aangevuld met allerlei ondoordachte maatregelen, die louter ten doel lijken te hebben om de kosten (van met name de zorg) te verminderen. In 2015 gaat overigens buiten het deelfonds sociaal domein nog eens 1,2 miljard euro naar de gemeenten, maar dan als integratie-uitkering (waarin begrepen een korting op huishoudelijke verzorging van 465 miljoen euro). Volgt u het allemaal nog? De gemeenten met de hoogste budgetten voor het sociale domein liggen, niet verwonderlijk, allemaal in Oost-Groningen en Zuid-Limburg. Een belangrijke kanttekening is dat hun hoge bedragen per inwoner voor een groot deel het gevolg zijn van hoge bedragen voor de groep mensen die in 2015 gebruik maakt van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), maar die wordt afgebouwd.
Mijn kritiek op deze hele grote decentralisatie operatie is, dat zij volstrekt onvoldoende doordacht is, de gemeenten er in mijn ogen niet klaar voor zijn, laat staan de burger. Het zal een operatie worden, waarvan ik voorspel dat die het Rijk uiteindelijk meer gaat kosten dan nu het geval is.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.