Meer Iran.
De Irak oorlog, in 2003 begonnen door de coalition of the willing onder leiding van de VS, heeft voor velen de legitimiteit van militair optreden door de VS voorgoed ondermijnd.
De meeste kritiek op de oorlog was gecentreerd rondom de feitelijke afwezigheid van WMD´s. De VS zou inlichtingen gefabriceerd hebben, en Bush zou zijn bevolking hebben voorgelogen om zijn olie en oorlogszucht te bevredigen. Dat zijn zeer gewichtige beschuldigingen.
Wat veel mensen over het hoofd zagen, is dat er een consensus bestond in de internationale inlichtingen gemeenschap, betreffende de aanwezigheid en het gevaar van Iraakse WMD´s. Deze gemeenschap vreesde dat Sadam ze de wapens zou gebruiken, of zou leveren aan terroristische organisaties.
Ten eerste was er de consensus onder alle vijftien Amerikaanse inlichtingen instituties, zoals blijkt uit National Intelligence Estimate uit 2002 waarin hun collectieve bevindingen werden opgesomd. Zij stelden met hoge mate van zekerheid dat:
Iraq is continuing, and in some areas expanding its chemical, biological, nuclear, and missile programs contrary to UN resolutions.
Ten tweede onderschreven de inlichtingen diensten van het VK, Duitsland, Rusland, China, Israel en zelfs Frankrijk, deze visie. Daar komt bij dat Sadam ook weleens blufte over zijn bezit van WMDs om zijn aartsvijand, Iran, te intimideren. Ook had Sadam al eens chemische wapens ingezet tegen Iran en zijn eigen Koerdische bevolking.
Maar deze consensus en de bijkomende actiebereidheid was niet het product van de Bush administratie. Het ontstond onder de Clinton administratie. In 1998 al stelde Bill Clinton zelf:
If Sadam rejects peace and we have to use force, our purpose is clear. We want to seriously diminish the threat posed by Iraqs weapons-of-mass-destruction program.
Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, stelde, tevens in 1998:
Iraq is a long way from the United States, but what happens there matters a great deal here. For the risk that the leaders of a rogue state will use nuclear, chemical, or biological weapons against us or our allies is the greatest security threat we face
Ook Sandy Berger, Clintons´ nationale veiligheidsadviseur zei over Sadam:
He will use those weapons of mass destruction again, as he has ten times since 1983.
Tevens waren er prominente Democratische senatoren, zelfs John Kerry (!), die dit onderschreven. Zij drongen er bij President Clinton op aan:
To take necessary actions (including, if appropriate, air and missile strikes on suspect Iraqi sites) to respond effectively to the threat posed by Iraqs refusal to end its WMDs program.
Zelfs Nancy Pelocy, destijds een lid van the House Intelligence Comittee, stelde dat:
Sadam Hussein has been engaged in the development of WMD technology, which is a threat to countries in the region, and he has made a mockery of the weapons inspection program.
Wat de meeste bovengenoemde Democratische lieden in gemeen hebben, is dat zij, toen duidelijk werd dat de nasleep van de invasie op een ramp uit zou lopen, allemaal claimden voorgelogen te zijn door de Bush administratie.
De rationale voor de Iraq invasie was de Bush Doctrine. Deze werd door Bush zelf, in zijn memoires, Decicion points, als volgt samengevat:
1- "Make no distinction between terrorists and the nations that harbor them--and hold both to account."
2- "Take the fight to the enemy overseas before they can attack us again here at home."
3- "Confront threats before they fully materialize."
4- "Advance liberty and hope as an alternative to the enemy's ideology of repression and fear."
De intenties waren nobel, maar na het terugtrekken van de Amerikaanse strijdkrachten is het tijd de balans op te maken. Sadam is dood, zijn regime ontmanteld, dat zijn goede zaken. Maar helaas Irak is noch veilig, noch democratisch, noch Westengezind.
Vier dagen geleden werden er nog 66 Sjiieten en Koerden gedood door autobommen. De aanval had alle signaturen van Soenitische militanten en Al-Qaida. Het Soenitische regime van Sadam is verwijderd, en vervangen door een Sjiietisch establishment. Dit heeft voor een gigantische wrok gezorgd onder de Soenitische bevolking en etnische clashes zijn aan de orde van de dag.
Voor Al-Qaida werkt dit ook als een rode lap op een stier. Zij haten de Sjiieten zo mogelijk nog meer dan de Joden.
Maar het grootste probleem voor het Westen is, dat Irak onder het huidige leiderschap, langzaam verandert in een proxy van het Sjiietische Iran. De invloed van Iran klinkt tegenwoordig in bijna elke actie van de Iraakse regering door. Iran doet slechts wat de Ayatollahs altijd al beloofd hebben: hun revolutie verspreiden.
Met de Soennitische Sadam in het zadel hielden Iran en Irak elkaar als vijanden in balans. Nu verandert de regio in een Iraans machtsblok. Mocht Assad in Syrië ten val komen, dan verliest Iran met hem een waardevolle proxy. De kans is echter aanzienlijk dat, tegen de tijd dat Assad wellicht valt, Irak inmiddels als vervangende proxy kan dienen.