Leraren moeten aan de taaltoets. In
Rotterdam zijn ze het van plan en als het aan Harm Beertema van de PVV ligt, dan wordt het doorgetrokken naar
heel Nederland. Diep treurig dat het nodig is, maar met treuren alleen komen we niet verder. Misschien is deze aanpak zo slecht nog niet.
Want, hoe leren onze kinderen spellen als hun leraar dat niet eens kan? De tijd dat een leerling ervan uit kon gaan dat wat de leraar op het bord schreef correct (gespeld) is, is helaas vervlogen. De taalbeheersing van de gemiddelde docent tegenwoordig varieert van matig tot erbarmelijk. En dit maakt het de kinderen niet alleen moeilijker om het zelf goed te leren, het geeft ook nog eens een heel slecht signaal af.
We zouden kunnen zeggen dat we spellen helemaal niet meer belangrijk vinden. Als de boodschap maar overkomt, dan is het goed genoeg. Spelling is toch maar een autoritair apparaat van regeltjes dat de creativiteit doodt, waarom zou je je daaraan onderwerpen?
Zo radicaal schijnen we er toch niet over te denken. Gelukkig. Sommige scholen vinden spelling zelfs weer zo belangrijk, dat ze regels invoeren als: met drie spelfouten in je werkstuk is het onmiddelijk onvoldoende. En dat is prima.
Maar we zitten nog wel met een probleem. Er staat nu een generatie leerkrachten voor de klas die er zelf weinig van bakt. Dus wat is dan de hoop voor de komende generatie?
Een taaltoets is zo gek nog niet. Onderwerp alle leraren (verplicht) aan een taaltoets. En wie de taal niet fatsoenlijk beheerst, moet aan het werk. Alleen zo kunnen we het taalniveau van de komende generaties weer een beetje op orde krijgen. Beertema heeft gelijk wanneer hij stelt dat je bij de leraar moet beginnen wanneer je de kwaliteit van het onderwijs in ons land wilt verhogen.