Het islamisme lijkt de dominante stroming te worden in de verkiezingen die volgen op de Arabische lente. De indicatoren zijn talrijk. In het modernste land van de regio, Tunesie, kan de islamistische Ennahda rekenen op meer dan 40% (!) van de stemmen. Dat is ruim 30% meer dan de grootste seculiere en centrum linkse partijen. In Libië is de prominente islamist Abdel Hakim Belhaj al ruime tijd bijzonder invloedrijk, en in Egypte zet de immens populaire moslimbroederschap alles op alles om hun theocratische droom te verwezenlijken.
De prominente rol van islamisten doet de vraag rijzen waarom het islamisme zo populair is. Islamistische stromingen werden door de voormalige machthebbers van Tunesië, Libië en Egypte genadeloos onderdrukt. Wellicht is de populariteit een functie van de mate waarin de gehate voormalige regimes de stroming onderdrukte, maar dit is geen afdoende verklaring. In tegenstelling tot de vorm van staatsbestuur die deze drie landen kenden voordat het establishment ten val werd gebracht, is het islamisme een authentieke Arabische en islamitische stroming.
Het staatsbestuur van Libië, Tunesië en Egypte was doordrenkt van Westerse invloeden als nationalisme, socialisme, secularisme en de één partij staat. Toen het aan het eind van de 19e en begin van de 20e eeuw voor de islamitische wereld duidelijk werd hoever zij achterliepen op de Westerse wereld, is geëxperimenteerd met het implementeren van Westerse politieke concepten als verkiezingen, parlementen en grondwetten. Deze concepten waren in deze vorm voor de regio onbekend en bleken destijds uitermate ongeschikt voor de Arabische samenlevingen. Het enige dat deze ´modernisering´ van de politiek uiteindelijk heeft bewerkstelligt, is het vergroten van de macht van autocraten. De modernisering hield namelijk ook in dat autocraten de beschikking kregen over moderne middelen van repressie, toezicht en indoctrinatie. Zo heeft het kunnen gebeuren dat zelfs de gemiddelde tiran meer macht had over zijn bevolking dan de grote kaliefen en sultans uit het verleden.
De Ba´ath partijen van Sadam Hoessein en Bashir al Assad zijn een sprekend voorbeeld van de directe invloed van Westerse ideologie op Arabisch staatsbestuur. In 1940 viel Frankrijk ten prooi aan Nazi Duitsland. Het Franse mandaatgebied, Libanon en Syrië bleef onder controle van Vichy. Via deze weg heeft Nazi Duitsland de regio kunnen beïnvloeden. Zij zijn er zelfs in geslaagd in Irak een pro Nazi regime op te zetten, maar deze is omvergeworpen door de geallieerden. Dit was echter wel het moment waarop de Ba´ath partij gevormd werd. De ultra nationalistische antidemocratische partij die zelf onderdeel uitmaakt van het beveiligingsapparaat, is gemodelleerd naar de Nazi partij. Toen zij uiteindelijk overstapten van Nazi sponsorschap naar communistische sponsorschap, was dit slechts een cosmetische ingreep.
De Arabische wereld heeft geleden onder regimes die Westerse invloeden kenden, en nu staat de regio op het punt zichzelf opnieuw uit te vinden. Islamisten beschikken in dit proces over twee troeven die hen exclusief toebehoren. Zij zijn de enige stroming die in zijn geheel afkomstig is uit de Arabische wereld, en wiens prestaties alleen maar toe te schrijven zijn aan Arabieren dan wel moslims. In een regio die lange tijd niets gepresteerd heeft dan het laten extracteren en exporteren van fossiele brandstoffen, is het aantrekkelijk een stroming van eigen bodem aan te hangen die de eigenwaarde van de regio lijkt te kunnen restaureren. In de zwaar religieuze Arabische wereld beschikken de islamisten daarbij naar hun eigen zeggen als enige over de ´goddelijke legitimatie´ van gezag. In tegenstelling tot liberalen en linksen kunnen zij namelijk met geloofwaardigheid stellen dat zij zullen regeren namens, en in dienst van de islam. In een regio waar religie eigenlijk de enige gezamenlijke noemer is, en waar de grens tussen islam en islamisme uiterst diffuus is, hebben islamisten ronduit het breedste draagvlak.
Maar wat betekent het voor de Westerse wereld als Noord Afrika binnenkort een islamistische regio is? Westerse politici zullen moeten erkennen dat het islamisme een expansiegerichte vijandige entiteit is die de Westerse beschaving overt of covert de oorlog heeft verklaard. Het gaat het niet per definitie om een gewapende oorlog, maar eerder om een strijd die zij op Europese bodem uitvechten middels zending, migratie en geboortecijfers. Ook moeten Westerse politici inzien dat de her- islamisering van de Arabische wereld een significante weerslag zal hebben op de islamitische gemeenschap in het Westen. De expansiedrang van het islamisme beperkt zich niet tot de islamitische wereld, en 'We shall conquer rome' is een uitspraak die alle islamisten in privé kringen onderschrijven. Nieuwe islamistische staten zullen zich, net als huidige islamistische staten, inzetten om hun onderdanen in het Westen een orthodoxe en expansiegerichte islam te laten belijden. Dit is iets dat Westerse regeringen moeten onderkennen, en waar ze hun inwoners zo mogelijk tegen in bescherming moeten nemen.
Geert Wilders maakt geen onderscheid tussen islam of islamisme, en laat zelden een kans onbenut om de islam als totalitaire en fascistische ideologie te duiden. Over het al dan niet bestaan van een verschil tussen islam en islamisme is onenigheid en bovendien is islamisme ook nog eens een Westerse term, islamisten noemen hun ideologie islam en zichzelf moslims. Ondanks deze onenigheid valt het op dat naast de PVV, alle partijen het verzuimen het islamisme openlijk te verklaren voor wat het wel degelijk is: een totalitaire, expansie gerichte en vrouwonderdrukkende ideologie. Het is een stroming die de Westerse beschaving de oorlog heeft verklaard, maar uit angst, minachting of desinteresse blijft deze verklaring vaak onbeantwoord.
In het Westen klinken stemmen die hopen dat Arabische landen na hun lente overstappen op het Turkse model. Het Turkse model wordt vaak geduid als het post- islamisme, met name omdat zij hun seculiere grondwet (nog) niet verwerpen. Het Turkse model klinkt bovendien positief omdat er zowaar sprake is van democratie. Deze stemmen vergeten echter wel dat er in het islamistische Turkije momenteel meer journalisten achter de tralies zitten dan waar dan ook. Meer zelfs dan in China of Iran.
Bovendien komt Turkije weg met een haast ongekende hypocrisie. Zij beschuldigen Israel van het bezetten van land en het onderdrukken van de Palestijnen. Dit terwijl zij zelf noord Cyprus bezetten en de Koerden geen eigen staat gunnen. Ondanks het verwerpelijke terroristische geweld van de PKK beschikt de Koerdische zaak over meer historische legitimiteit dan de Palestijnse. Daarbij is Turkije een NAVO lid dat zich bezigt met impliciete maritieme oorlogsdreigingen aan het adres van Cyprus en Israel. Ook laat men na de oprechtheid van de islamistische democratie kritisch te evalueren. Het was immers de huidige premier van Turkije die stelde: 'democratie is als een trein, als je de bestemming hebt bereikt stap je uit'. Wellicht is het Turkse model minder voorbeeldig dan het Westen zou wensen.
In het Westen mag de discussie over het al dan niet bestaan van een gematigde islam nog lang duren. Echter, discussiëren over het bestaan van een gematigd islamisme is iets dat het Westen zich niet langer kan veroorloven. Een gematigd islamisme is een volstrekte fabel. Gematigdheid ligt niet besloten in de middelen, maar in de doelen. Helaas verschillen de doelen van islamisten niet substantieel van islamitische terroristen.