Dit opinie-artikel is geweigerd door de Belgische krant De Standaard (geen familie) maar bij DDS hebben we geen problemen met eurokritische stukken.
"De Europese Unie is tegen een razend snel tempo zijn legitimiteit aan het verliezen bij de bevolking, en zeker niet alleen in Athene", stelde collega-europarlementslid Ivo Belet onlangs in De Standaard terecht vast. Alleen is zijn remedie eigenlijk gewoon meer van hetzelfde: nog meer EU-inmenging en nog meer geldtransfers van noord naar zuid zouden het tij moeten keren. Net het tegendeel is nodig: respecteer de wil van het volk in de (toekomstige) lidstaten, en bouw de EU opnieuw vanuit de basis op onder het motto 'eenheid in verscheidenheid'.
Terwijl de Euro in zijn voegen kraakt en partijen die voor nationale soevereiniteit staan in gans Europa winst boeken (zowel ter rechterzijde als ter linkerzijde), slaat de paniek bij de traditionele politieke families toe. Karel De Gucht ziet zowaar het 'einde van de beschaving' als Griekenland uit de euro stapt - wat de vraag doet rijzen hoe de Grieken eigenlijk moeten geleefd hebben voor die euro werd ingevoerd. Ivo Belet ziet zowaar zelfs een toekomstig 'gewapend conflict aan de zuidoostelijke flank van de EU'.
Vanwaar die paniek? Het antwoord werd wellicht gegeven door de liberale fractie van Guy Verhofstadt. Die publiceerde deze week een advertentie in het krantje European Voice. De slogan in de advertentie luidt: 'Europe must stick together or nationalism will return to the continent'. De EU en de euro moeten dus ongewijzigd verdergaan, anders 'komt het nationalisme terug'.
In de ogen van liberalen, christendemocraten en socialisten is de EU en bij uitbreiding de euro dus een antinationalistisch project. Net in die misvatting ligt de oorzaak van de huidige malaise. De EU was immers bij de aanvang hoegenaamd geen antinationaal project; de EU was integendeel een project dat vertrok vanuit respect voor de culturele identiteit van de lidstaten, om economische integratie en op die manier ook vreedzame samenwerking mogelijk te maken. Voor de gebouwen van de EU wapperen traditioneel niet alleen de EU-vlag, maar ook die van alle lidstaten. 'Eenheid in verscheidenheid', staat op het briefpapier van het Europees parlement nog steeds te lezen. Het verklaart wellicht ook waarom het EU-project traditiegetrouw in de Vlaamse Beweging op nogal wat steun en sympathie kon rekenen. De EU, als samenwerkingsverband met respect voor de nationale identiteiten, werd gezien als tegengesteld aan het centralistische België, dat de Vlaamse identiteit probeerde weg te vegen ten gunste van de Franstalige eenheidsstaat.
Zodra de oud-strijders van mei '68 echter opklommen naar hogere politieke functies, begon er iets te verschuiven. Ergens eind jaren '80, begin jaren '90 is de antinationalistische agenda de boventoon gaan voeren. Nationale staten en grenzen waren 'passé', er moest 'immer verdergaande integratie' komen. De EU moest zich niet langer alleen bezighouden met haar economische kernactiviteiten, maar met alles: sociaal beleid, arbeidsvoorwaarden, recht, onderwijs, buitenlands beleid. Het wegvegen van de binnengrenzen met het Schengen-akkoord en het invoeren van de euro als eenheidsmunt deden het politieke doel aan de einder dagen: een Europese superstaat.
Die fundamentele wijziging in koers en opzet van de EU heeft echter nooit een democratisch draagvlak gehad. De traditionele politieke families kregen al twee duidelijke waarschuwingen: de Europese Grondwet werd op 29 mei 2005 in Frankrijk en op 1 juni 2005 in Nederland massaal verworpen door de kiezers. Die twee data blijven mijlpalen van democratisch volksverzet tegen de verandering van de EU-koers naar een antinationaal project. Toch werd die koers nadien onverminderd voortgezet, door van de Europese Grondwet een onleesbare brij te maken en die als Verdrag van Lissabon toch aan de burgers op te leggen, ditmaal met enkel een referendum in Ierland (dat moest overgedaan worden omdat de kiezers 'verkeerd' hadden gestemd).
Bekroning van de nieuwe koers moest de invoering van de eenheidsmunt worden, als kers op de taart na de invoering van de onzalige Schengenzone, die het immigratieprobleem in grote delen van de EU onbeheersbaar heeft gemaakt. De euro, zo wordt nu door de traditionele politici toegegeven, was niet zozeer een economisch, maar een politiek project dat de 'immer verdergaande integratie' moest versnellen.
Het samengooien van totaal verschillende spaarzame noordelijke economieën met zuidelijke samenlevingen, waar cliëntelisme alom tegenwoordig is, is wellicht de grootste vergissing ooit geweest. De EU is zo omgevormd tot een België in het groot. Ivo Belet zegt dat het noorden nog massaler moet betalen voor het zuiden, maar dat het zuiden dan wel het financiële huishouden 'verder op orde moet zetten'. Kan de heer Belet ons even toelichten welke ervaringen de oude CVP, thans CD&V heeft met de wijze waarop in het kleine België het zuidelijke Wallonië zijn huishouden op orde heeft gezet terwijl het noordelijke Vlaanderen de voorbije 150 jaar de rekeningen betaalde? Juist. Zolang een alcoholverslaafde in het café gratis drank aangeboden krijgt, is de kans dat hij naar de AA stapt eerder gering.
Er wordt overigens ten onrechte enkel voorspeld dat dit 'tot tandengeknars zal zorgen in Berlijn.' Het zal zeker ook tot tandengeknars leiden in Den Haag, want net als de Duitsers zijn de Nederlanders nu enorme financiers van de zuidelijke schuldenberg geworden. Het zou echter bij uitstek tot woede moeten leiden in Brussel, want ook België is één van de grootste nettobetalers aan de EU. En vermits we weten wie binnen België de schatkist vult, weten we ook welk deel van België daar het meest onder lijdt.
Is de EU dan gedoemd te kiezen tussen twee kwaden: de totale mislukking, of luid toeterend verder stormen in de richting van 'meer Europa'? Nee, er is een derde optie: opnieuw aansluiten bij de fundamentele basisfilosofie waarop de EU van start is gegaan. De nationale staten en identiteiten zijn niet de vijand van de EU, maar integendeel de bouwstenen waarop een vrijwillig samenwerkingsverband gebouwd is.
Keer dus terug naar de wortels, en beperk de EU tot haar kerntaken: economische samenwerking, wegwerken van handelsbarrières, afspraken maken waar nodig en wenselijk. Snoei grondig in de verspilling die de EU-burger terecht zo tegen de borst stuit: één zetel voor het parlement, loonsverlaging voor alle ambtenaren, stopzetten van de bouw van protserige paleizen voor o.a. een niet-verkozen 'president', inkrimpen van het eindeloze netwerk aan agentschappen en ambtenaren, enz.
En luister vooral naar de democratische wil van het volk. Het beste plan dat de voorbije jaren op tafel is gelegd, en dat door de traditionele politieke families in gans de EU binnen de 24 uur van tafel is geschoten, was het plan van de voormalige Griekse premier in november 2011: vraag de Grieken in een referendum of zij nog deel willen uitmaken van de eurozone. Indien zij dat wensen, dan is verdere steun mogelijk indien noodzakelijke hervormingen worden doorgevoerd. Indien zij dat niet wensen, dan verdienen zij een afscheid in waardigheid en een kans om op eigen kracht hun eigen problemen aan te pakken.
Zolang de Grieken door Brussel, Berlijn en Parijs oekazes worden opgelegd, zullen zij terecht stemmen voor partijen die hun nationale soevereiniteit willen verdedigen tegen EU, IMF en tutti quanti. Dat een Nederlander nu op straat door Grieken in elkaar wordt getimmerd omdat men dacht dat hij een Duitser was is wellicht een fait divers, maar zou de grote strategen in Brussel aan het denken moeten zetten: is men niet aan het creëren datgene wat men net wil vermijden, namelijk haatgevoelens van volk tot volk?
In de antinationale visie van de traditionele politieke families zijn de euro en de EU een visfuik geworden waarin men maar in één richting kan zwemmen; indien een vis probeert eruit te raken, en daarbij zelfs tracht de visfuik open te scheuren, breekt paniek uit en wordt geroepen om een sterkere fuik. Het zou veel beter zijn van de EU opnieuw een fundamenteel democratisch samenwerkingsproject te maken: meer of minder integratie moet mogelijk zijn naargelang de staat van ontwikkeling van een land, en indien een democratische meerderheid van een land dat wil moet een exit uit de eurozone mogelijk zijn.
De euro moet een rationeel economisch project zijn, geen politiek antinationalistisch project. Een exit van Grienland uit de eurozone, en eventueel ook van andere landen, mag geen taboe zijn.
Philip Claeys is Europees parlementslid voor het Vlaams Belang.