De financiële crisis is natuurlijk ook een crisis voor de economische wetenschap, want volgens de economische modellen die tot 2008 opgeld deden (en waarvoor nog steeds geen andere zijn) had die crisis nooit mogen gebeuren. Serieuze economen geven dat ook toe. Alan Greenspan, van 1987 tot 2006 de goeroe van de wereldeconomie, is zo'n econoom en het pleit voor zijn academische integriteit dat hij in 2008 voor een parlementaire onderzoekscommissie in Washington verklaarde in een staat van
shocked disbelief te verkeren. Critici als de socioloog Abraham de Swaan, die toen in
NRC Handelsblad concludeerde dat daarmee het bewijs werd geleverd dat de economische wetenschap niet meer dan 'een meninkje' was, begrijpen er dan ook niks van. Maar het is zeker waar dat economen aan geloofwaardigheid hebben ingeboet en dat zij het bijvoorbeeld bij de eurocrisis ook niet weten. Dat wil zeggen: heel veel economen denken het wel te weten, geven nog steeds gevraagd en ongevraagd advies, maar vragen zich vertwijfeld af waarom die treuzelende politici niet naar hen luisteren. Bij ons is
Sylvester Eijffinger zo'n econoom, en ook Sweder van Wijnbergen en Willem Buiter weten altijd alles beter. Ook het weekblad
The Economist spreekt voortdurend over het
mismanagement van de eurocrisis, waarvan Duitsland (en dus ook Nederland, dat zich nog geharnaster opstelt) de schuld krijgt. En dan was er
vandaag weer een rijtje economen, onder wie oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg, Arnold Heertje en Lex Hoogduin, die Mark Rutte aansporen om nu eindelijk eens in actie te komen in de eurocrisis.
Zelf ben ik historicus, en ik heb slechts een economisch lekenverstand, maar ik verbaas me er wel over dat economen nog steeds zo'n prominente rol spelen in het debat over de euro. Dat lijkt me een tekortkoming binnen onze publieke meningsvorming. In Nederland wordt de eurocrisis vooral als zaak voor economen gezien. En dat terwijl de euro ons juist door economen is aanbevolen. Natuurlijk waren er ook critici in het economenkamp die voor de risico's waarschuwden, maar de algemene teneur was toch dat de euro een geweldige kans was voor een land als Nederland met zijn open economie. Bijna iedereen in het bedrijfsleven en de financiële wereld was voor, behalve een enkele grootgrutter die het van de binnenlandse markt moest hebben en een enkele dissident die je altijd wel hebt. Zeg dus niet dat economen het altijd beter hebben geweten dan de politici, want dat is niet zo en bovendien hebben de politici de afgelopen dertig jaar een stap terug gedaan ten faveure van de financiële markten, aan wie superieur economisch inzicht werd toegedicht.
Die laatste theorie is toch wel aan het wankelen gebracht. Want nogmaals: Greenspan wees er in 2008 al op dat hij nooit gedacht had dat de financiële instellingen zoveel risico zouden nemen, zij werden volgens het toen heersende paradigma geacht zichzelf uit zelfbehoud en eigenbelang te corrigeren. In feite zijn zij doorgedraafd in hun kuddegedrag en nu zitten we met de brokken. Het schip is door de wal gekeerd (in zoverre doen de markten nog steeds hun werk, wat we ook zien bij de Europese schuldencrisis die vooral bij de nationale overheden zit), maar eigenlijk had het zover nooit mogen komen. Dat mogen de economen en vooral de bankiers zich nog meer aanrekenen dan de politici, die ook maar gewoon gedaan hebben wat door hoogbetaalde adviseurs werd verteld. Je zou ook kunnen zeggen dat de financiële wereld door de eigen succesformules is gevloerd, een klassiek drama dat de oude Grieken al kenden. En al die jonge jongetjes op de beurzen die miljoenen verdienen, is dat rationeel? Elk gezonde mensenverstand zegt van niet, maar ondertussen gaat het feest gewoon door. Misschien bedoelde John Maynard Keynes dat toen hij zei dat het enige waarvan hij spijt had, is dat hij niet genoeg champagne heeft gedronken. Daar hoeven ze op de beursvloer in elk geval niet over in te zitten.
Het zwakke punt van de economie lijkt mij dat economen 'niet-economisch' gedrag zo moeilijk kunnen verklaren. Dat zoiets heel lang door kan gaan, en dat mensen heel lang in oude gewoonten kunnen volharden die volgens economen irrationeel of contraproductief zijn, stelt ze telkens weer voor raadsels. Dat gelovigen, romantici, halfanalfabeten of oudere mensen andere afwegingen maken dan de economie voor raadzaam houdt, wordt hoofdschuddend aangezien. Ook wordt er vaak van een 'economische noodzaak' gesproken (vaak ook door politici), terwijl de economie toch in de eerste plaats de individuele keuzen onderzoekt die door vrije mensen worden gemaakt. Van 'economische noodzaak' kun je volgens mij pas spreken als een land met de rug tegen de muur staat (zoals wanneer je voor een bankroet moet vrezen of onder internationale curatele staat). Verder is alles mogelijk als alle partijen maar bereid en in staat zijn daarvoor de prijs te betalen. Het staat dan ook niet vast dat de euro op economische gronden al een mislukt experiment is. Als alle deelnemende landen borg willen staan voor elkaars schulden, is dat een belangrijk politiek signaal aan de markten, die dan weer beter weten waaraan ze toe zijn. Daarom denk ik nog steeds dat het verstandiger is als alle eurolanden elkaar vast blijven houden, omdat het onzekerheid reduceert, en de chaos pas echt uitbreekt als ieder land zijn eigen weg gaat. Eén munt is niks anders dan het terugbrengen van het aantal economische opties die verschillende landen hebben, wat de voorspelbaarheid en het vertrouwen in de internationale economie vergroot. Maar dat heeft natuurlijk ook een prijs en die is door veel economen onderschat.
Economen zijn geneigd vooral economische successen te bestuderen en daaruit succesformules af te leiden. Heel begrijpelijk en ook heel economisch. Waarom zou je het moeilijker maken als het makkelijk kan? Maar de echte uitdagingen liggen toch in landen die ontregeld zijn en hoe mensen in zo'n situatie hun economische afwegingen maken. Daarom is een land als Griekenland of Italië denk ik voor economen veel interessanter dan succesformules als China of Duitsland, landen die nog volgens vaste patronen opereren. Als je als burger precies weet wat je te doen staat is het niet zo moeilijk om economisch succes te hebben. Maar de 'reëel bestaande Griek', dat is de mensensoort waarvoor geen modellen bestaan en waar economen slecht in zijn. De Griek noopt economen tot nederigheid, iets waarin ze nog veel slechter zijn. Vandaar de zuinige stelling van Van Baar (vrij naar Diogenes die zich gelukkig prijsde met het leven in een ton): de beste economen hebben genoeg aan water en brood, en geven niet om champagne.