Mensenrechten of vrede en veiligheid?
VVD-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Halbe Zijlstra heeft een bijzonder interessant debat aangezwengeld over de manier waarop Nederland en andere Westerse staten om moeten gaan met dictators - en dan met name met alleenheersers in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
'In plaats van dat je zegt: u handelt niet volgens onze standaard, dus we vinden u slecht, moet je toch veel meer de coöperatie zoeken met het regime, omdat het in ons veiligheidsbelang is. Maar je moet ook duwen op langzame verandering,' zegt Zijlstra.
Kort gezegd komt zijn argument erop neer dat hij naar Libië kijkt, naar Irak, en naar Syrië en ziet dat het (bijna) afzetten van regimes voor grootschalige chaos heeft gezorgd. Muammer Khadafi was een vreselijke dictator - niemand die het daarmee oneens kan zijn - maar kijk eens wat het resultaat is van de revolutie in zijn land: islamitische extremisten hebben het daar nu voor het zeggen, ISIS heeft een groot deel van Libië in handen, christenen en andere minderheden worden op grote schaal afgeslacht... en zo kan ik nog wel even doorgaan. Libië is werkelijk veranderd in een hel op aarde, wat veel zegt aangezien de lokale bevolking het al ongelooflijk zwaar had onder Khadafi.
Zijlstra gaat verder:
'Als er een stabiel regime zit, moet je dat koesteren en proberen door middel van geleidelijkheid de situatie te verbeteren voor de bewoners. We moeten ophouden met het opgeheven vingertje iemand aan te spreken.' De VVD zet zich met deze visie in voor een 'realistisch buitenlandbeleid', zegt Zijlstra.
Dit klinkt volkomen rationeel - en dat is het ook. Toch is er een probleem: als we echt zaken blijven doen met dictators jagen we de lokale bevolking nog meer tegen ons in het harnas. Dit betekent dat, hoewel we zeker met dictators moeten praten en af en toe akkoorden met ze moeten sluiten om gemeenschappelijke vijanden aan te pakken, we er tegelijkertijd voor moeten zorgen dat mensen begrijpen dat we het beleid van dat soort regimes niet steunen. Dit betekent dus dat we de mensenrechten wel degelijk stelselmatig moeten blijven aankaarten - wat Zijlstra niet wil.
Daar komt bij dat je prima zaken kunt doen met dictators en ondertussen ook groepen en individuen kunt steun die geleidelijke veranderingen nastreven. Anders dan Zijlstra denkt sluit het één het ander niet uit.