Auteur Peter Buwalda had afgelopen weekend in het NRC Handelsbladeen gesprek met emeritus psychiater en psychotherapeut Frank Koerselman. Het is een boeiende discussie die ik even voor u volg. Koerselman merkt op dat de boeken van Buwalda bevolkt worden door ultiem zwakke mannen, sukkels die niets van hun leven meer kunnen maken. Koerselman: “In onze samenleving zijn de sterke mannen helemaal niet populair en ze worden onderuit geschoffeld. Trump stemmers, ‘deplorables’, de ‘white trash’ in de ogen van de elite, verzetten zich tegen de morele normen die ze opgelegd krijgen. De macho is bij de elite niet meer zo acceptabel. De man is überhaupt niet meer zo acceptabel. Dat lees ik in jouw boeken, Peter.”
Buwalda: “Dat voel ik zelf niet zo”. Koerselman: “Dat jij dat niet zo voelt interesseert me niet. Het persoonlijke interesseert me niet. Ik wil het over de maatschappij hebben.” Frappant. Hier doet zich exact dezelfde clash voor als tijdens een interview in 2002 met Pim Fortuyn door Nazmiye Oral. Fortuyn sprak over de maatschappij, Oral bleef echter steken in persoonlijke gevoelens.
Koerselman: “Ik geef college in een zaal met 300 studenten, waarvan 10 mannen. Ik moet grappen vanuit een vrouwelijk perspectief doen. Mannen studeren geen geneeskunde meer, geen psychologie en geen rechten. Ze hebben geen zin meer met al die vrouwen. Vrouwen bij de vrouwen en mannen bij de mannen”. Logisch, neurologen wijzen er op dat het menselijk brein zich het prettigst voelt binnen de eigen groep en het eigen moreel systeem. Buwalda: “Je bent ouderwets en reactionair en boos dat vrouwen mannen overbodig maken.” Koerselman: “Als je het niet eens bent met iemand zeg je dat om me terug te pakken. Eerst was ik fascist, nu reactionair. Ik vind het allemaal prima hoor. Maar wat kan ik nu nog zeggen?”
Buwalda is links ten voeten uit. Ze hebben niets inhoudelijks meer te melden. Links is volledig leeg. Ze zijn uitgepraat, het is een lege huls. En als ze dan niets meer kunnen zeggen grijpen ze naar het laatste redmiddel: “je bent reactionair” en als dat niet meer helpt: “je bent een fascist”, waarmee het gesprek ten einde is. Wij zeiden dan altijd “wat je zegt ben je zelf!”.
Voor mijn boek “Feminisme op de werkvloer” ben ik legio werkvloeren op geweest. De dominantie van vrouwen blijft beslist niet beperkt tot de (sociale) psychologie die gedomineerd door feministische vrouwen met een marxistische inslag. Het doet zich op legio werkvloeren voor. Vrouwen zijn enorm in opkomst, maar helaas niet op een normale manier. In Het Financieele Dagblad, of liever Het Feministische Dagblad, laat de krant onder de bezielende leiding van hoofdredacteur Prisco Battes en algemeen directeur Eugenie van Wiechen, allerhande radicale feministen aan het woord. Het zijn slecht onderbouwde stukken, riooljournalistiek, puur gericht op eigen belang van vrouwen die een boterham zien in het opleiden van vrouwen (dresseren) voor het vervullen van hogere managementfuncties. Uiteraard zijn ze niet geïnteresseerd in de lagere ambachten waarin mannen domineren.
Het Feministische Dagblad laat nooit een tegengeluid horen, voor het broodnodige intellectuele debat. Zo zei Sophie van Gool van de vrouwendressuur vereniging “Salaristijger” (hoe verzin je het!) dit weekend in het FD: “Het verplicht vrouwenquotum moet flink uitgebreid”. Natuurlijk wil ze dat, want dat past in haar business model. Mirella Visser van het Center for Inclusive Leadership meende een dag eerder in dezelfde krant: “De oplossing voor vrouwenhaat moeten we niet zoeken bij mannen”. Nee, natuurlijk niet, die oplossing moeten we zoeken bij haar vrouwen dressuurvereniging! De bekende mantra’s haalt zij tevoorschijn: ongelijke beloning en minder promotie. De kracht van herhaling.
Het FD doet eraan mee als krant in de links liberale traditie. Hoofdredacteur Prisco Battes gaat er bij knielen met de vuist omhoog. Hij laat Maartje Laterveer zeggen dat “Marx zit op mijn schouder zit en fluistert in mijn oor”, prof. Janka Stoker: “we moeten de apenrots stukslaan, weg met oude blanke mannen”, Ingrid van Engelshoven: “we gaan afrekenen met mannen”. Mirjam de Blécourt-Wouterse (VVD-senator) slaat als advocaat bij Baker McKenzie “met de vuist op tafel”, en prof. Ellemers doet verslag van haar dubieus sociaal psychologisch onderzoek en “ondubbelzinnige grapjes en als je niet met me naar bed gaat dan doe ik het niet voor jou”, enzovoort. Nachtmerrievrouwen.
Koerselman maakt korte metten met Buwalda. Het doet denken aan de discussies op YouTube van de wereldberoemde psycholoog en millionseller auteur prof. Jordan Peterson en de radicale feministen Helen Lewis en Cathy Newman. Hij verplettert ze op een briljante inhoudelijke manier. Peterson mocht niet spreken op de UvA. Niet te bevatten cancel culture. Collegevoorzitter UvA mw. prof. Geert ten Dam verklaart “De UvA is te wit en te mannelijk”. Dit is onversneden racisme. Niet te geloven dat iemand met een dergelijke opvatting Collegevoorzitter en SER-kroonlid kan zijn. Blijkbaar is dit ‘salonfähig’. ‘Kill all men’ is ondertussen trending op YouTube trending. Ik verbaas me nergens meer over...
Het feminisme heeft een zwaar marxistische inslag. In de VS zijn het de donkergekleurde hardcore feministen die het voortouw nemen. BLM-leidster Patrice Cullen hanteert de marxistische ideologie: “We are trained Marxists. We do have an ideological frame. Myself and Alicia are trained organizers”. Voor het actievoeren gebruiken ze de toolkit van marxist Saul Alinsky, ‘Rules for Radicals’ (1971). Alinsky zit op hun schouder en fluistert hen in.
We ontwaren twee trends: vrouwen eisen macht, macht en nog eens macht. Ze denderen al vuist op tafel slaand door. Mannen zijn steeds meer de sukkels, ze buigen en trekken zich terug. Is het niet al te laat? Het radicaal feminisme heeft al te veel momentum gekregen. Het Feministisch Dagblad gebruikt haar kolommen voor naming & shaming voor CEO’s die onvoldoende vrouwen in dienst hebben, “oh, excuses, we gaan er snel wat aan doen, het staat bovenaan mijn agenda!” En dan knielen ze en steken de vuist omhoog. “Ga maar liggen naast de radicaal feministen Prisco Battes en Eugenie van Wiechen van Het Feministische Dagblad”. Lang leve het Vrouwenbolwerk!