Lodewijk Asscher krijgt de Oranje Bovenprijs van de SGP-jongeren voor zijn aanpak van de Wallen. In
zijn strijd voor erkenning van de misstanden rondom prostitutie komt de Amsterdamse wethouder aan het SGP-standpunt over de hoererij tegemoet. Natuurlijk is de rest van Nederland niet te beroerd om Asscher af te doen als 'moraalridder' en 'fatsoensrakker'. En mede daarom kunnen we Asschers poging als 'dapper' omschrijven. Maar het zou beter werken wanneer hij met iets minder rigoreuze plannen naar voren zou komen.
De opvatting dat seksualiteit thuishoort in een relatie van liefde en trouw is hedentendage behoorlijk uit de gratie geraakt. Alleen als SGP-sympathisant heb je nog een 'excuus' om deze gedachte erop na te houden. Tegen de prijs uiteraard, dat je verder in iedere discussie zult worden kaltgestellt.
Maar het is een beetje jammer dat überhaupt iedere poging tot discussie over prostitutie van tafel wordt geveegd. Want ook wanneer je ervan overtuigd bent dat prostitutie gewoon een zakelijke overeenkomst is tussen aanbieder en consument, kun je niet ontkennen dat er wel degelijk een en ander niet in de haak is.
De Nederlandse 'vooruitstrevende' orde (comfortfeministen incluis) sluit hier liever de ogen voor. Hun stromannen zijn de knappe jongedames die (bij)verdienen als prostituee omdat ze dat wel spannend of lekker makkelijk vinden. Wie erop wijst dat niet alle dames in het vak tot deze categorie behoren, wordt als 'preuts' afgedaan.
Hoe flauw en beperkt dit beeld ook mag zijn, het is wel de uitgangssituatie waarmee we van doen hebben. Een al te rigoreuze aanpak van de prostitutie, zoals de
criminalisering van de hoerenloper naar Zweeds model, zal daarom in Nederland niet werken. De makkelijke seksuele moraal is nu eenmaal in de Nederlandse cultuur ingebakken en wat we nodig hebben is een prositutiebeleid dat daarbij aansluit.
Minder rigoreuze plannen zouden in Nederland veel effectiever zijn. Asscher zou des te prijzenswaardiger zijn, wanneer hij dit zou inzien en zijn heldhaftigheid zou laten varen.