De tsaar en de sultan trekken tegenwoordig samen op.
Er wordt de laatste tijd vaak gepraat over de teloorgang van de vrijheid in
Rusland en in
Turkije. Allebei de landen hebben een sterke leider die de macht naar zich toeschuift. Bovendien gaat het om twee landen die direct grenzen aan de periferie van Europa, waardoor wij als
Nederland op de langere termijn te maken kunnen krijgen met eventuele bedreigingen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen
het Rusland van Vladimir Poetin en het Turkije van Recep Tayyip Erdogan?
Rusland en Turkije hebben allebei een beruchte geschiedenis, met een groot, landsoverschreidend rijk. Het Turkse Ottomaanse Rijk en de Russische Sovjet-Unie bestuurden grote delen van de wereld. Uiteindelijk kwam er begin twintigste eeuw een einde aan het Ottomaanse Rijk door de opkomst van het Turks nationalisme en kwam er eind twintigste eeuw een einde aan de Sovjet-Unie nadat zij de Koude Oorlog had verloren, en in diep economisch verval terecht was gekomen.
Rusland verloor door de val van de Sovjet-Unie vrijwel alle bondgenoten en flink wat grondgebied: tegenwoordig ligt Moskou nog maar zo’n 500 kilometer van NAVO-territorium af. Daarnaast werden de bodemschatten geplunderd door de oligarchen: voormalige partijbonzen die nu de voormalige staatsbedrijven overnamen. Het was zo erg dat veel Russen met weemoed terugkijken op de Sovjet-Unie: in dat verscheurde land werd Vladimir Poetin president.
Poetin gaf de Russen hun land terug: de macht van de oligarchen werd ingeperkt, en voortaan kon iedereen meeprofiteren van Ruslands natuurlijke bronnen. Het tweede punt waarop Poetin Rusland veranderde was op buitenlandpolitiek. Rusland brokkelde niet meer af: de interne onrust werd opgelost en bonden met partners als Wit-Rusland en Kazachstan werden aangehaald. Daarna wilde Poetin zijn verloren invloedssfeer terugveroveren: de oorlog met Georgië in 2008 was daar het begin van. Deze politiek ging verder in
Oekraïne, waar het westen de overhand begon te krijgen nadat de pro-Russische president Janoekovytsj afgezet was. Poetin gebruikte de onrust die volgde in het oosten van Oekraïne om zijn territorium te vergroten: de Krim werd ingelijfd en Russische (vooral militaire) belangen in het Zwarte Zeegebied waren veilig gesteld. Dit heeft echter een hoge prijs: een nieuwe Koude Oorlog met het westen dreigt, en dat kan Rusland onmogelijk winnen.
Hoe machtzuchtig de politiek van Poetin ook is, het blijft in feite damage control. Zonder zijn ingrijpen was Rusland doorgegaan met verkruimelen: opstandige deelstaten als Tsjetjenië hadden het land uit elkaar doen vallen. Rusland had in enkele decennia van Sovjet-rijk af kunnen takelen naar een aftands Oost-Europees land, terug bij haar middeleeuwse grenzen. Met dit in het achterhoofd is Poetins handelen in Russisch perspectief begrijpelijk, ook al is het naar westerse maatstaven natuurlijk imperialistisch.
Lees verder op pagina 2: het echte gevaar komt uit de hoek van het voormalige Ottomaanse Rijk.
Turkije is anders: het verloor haar rijk niet alleen door aftakeling, maar ook door Turks nationalisme. Niet langer was de islam de verbindende factor, maar turksheid. Dit was een bewuste keuze van Atatürk en consorten: als er een regering gekozen werd die zich daar tegen verzette mocht het leger in feite een staatsgreep plegen. Het leger is tegenwoordig echter een stuk minder invloedrijk: hierdoor kan een figuur als Erdogan langzaam richting nieuw islamitisch imperialisme aansturen. Erdogan leidt een economisch sterk groeiend land met eveneens groeiende islamisering, een succesformule voor uitbreidingsbeleid. De dictatoriale islam komt duidelijk naar voren in
de afbreuk van de persvrijheid en Erdogans
opmerkingen over vrouwen.
Ook in het buitenlandbeleid is het terug te zien. Turkije was vroeger bijvoorbeeld zeer pro-Israël en steunt nu trouw de Palestijnen.
Ten opzichte van ISIS blijft scherpe Turkse stellingname uit: de stad Kobani aan de Turkse grens wordt ingenomen, en het leger staat erbij en kijkt ernaar. Voor jihadisten die de grens over willen knijpt men graag
een oogje dicht. Solidariteit op basis van de islam is in Turkije weer helemaal hip.
Onder het regime van moderne sultan Erdogan schuift Turkije steeds meer macht naar zich toe. Eerst moet de goodwill van de islamitische wereld weer terug worden gewonnen:
Erdogans harde retoriek zal hem daar veel sympathie opleveren, zelfs van de ooit zeer anti-Turkse arabieren. In het versnipperde Midden-Oosten is thought leadership immers van groot belang. Wanneer Rusland op lange termijn de strijd met het westen verliest en instort komen er ineens nog meer islamitische (en soms zelfs etnisch-Turkse) regio’s in een machtsvacuüm. Nog iets verderop ligt het instabiele westen van China, waar zich ook grote hoeveelheden etnische Turken bevinden. Turkije heeft haar ligging dus mee: in alle windrichtingen zijn er opties om invloed te winnen.
De toekomst is altijd onzeker, maar het lijkt erop dat Rusland een haast onmogelijke strijd levert tegen de afbrokkeling van afgelopen decennia: als de Sovjet-Unie een conflict met het westen niet overleeft lukt dat het veel minder machtige Rusland ook niet. Als dat gebeurt komt het echte gevaar boven: niet Poetin dus, maar Erdogan. Ineens heeft de islamitische wereld weer een leidende natie met een sterke leider, die bovendien invloed heeft ver buiten het Midden-Oosten, misschien zelfs tot in China. Machtsuitbreiding werkt erg verslavend, dus zullen Erdogan en zijn eventuele opvolgers niet stil blijven zitten. Het is dan ook de vraag wanneer zij hun ogen richten op Europa, waar miljoenen Turken en nog meer moslims wonen.
Laten we hopen dat het nooit zo ver zal komen.