Ze roepen één keer heel hard boeeeeeeeee en Hans Spekman doet meteen water bij de wijn. Wat zijn Nederlandse politici eigenlijk ook een stel enorme watjes zeg. Kijk naar Hans Spekman,
de grote baas - ahem - bij de PvdA. In november presenteerde hij een rapport waarin
PvdA-politici te horen kregen dat ze 25% van hun (werk-) tijd 'op straat moeten doorbrengen. Dat betekent: bij de mensuh!
De gedachte daarachter was (en is) dat sociaaldemocratische baantjesjagers het contact met 'de gewone kiezer' verloren zijn. Daar moet iets aan worden gedaan: dwing ze om te spreken met Jan met de Pet et voila, voor je het weet staat de partij weer op 38 zetels in de peilingen.
Helaas voor Spekman dachten PvdA'ers zelf daar net een beetje minder positief over.
Ze riepen allemaal 'boe' in koor en...PvdA-politici hoeven toch niet verplicht een kwart van hun tijd buiten gemeentehuis of Tweede Kamergebouw door te brengen. Op het partijcongres van de PvdA zei partijvoorzitter Hans Spekman dat hij het percentage wil laten vallen. Hij stemde in met een ander voorstel om 25 procent van de tijd te vervangen door 'frequent'.
Man. Man. Man. Hoe ongelooflijk zwak kun je zijn als leider? Als je het van belang vindt dat mensen eenvierde van hun tijd buiten het kantoor doorbrengen moet je dat gewoon verplichten. Gezeur over "moet je dan een stopwatch gebruiken!" is precies dat: gezeur. Natuurlijk hoeft dat niet; er wordt vanuit gegaan dat mensen het heel goed zelf kunnen regelen. Dat er PvdA'ers zijn die vervolgens grappen en grollen maken over het bijhouden van de tijd (in- en uitloggen?) zegt meer over hun gebrek aan volwassenheid dan over Spekmans plan.
Opmerkelijk om te zien dat de man die zich voor de bühne als de nieuwe Stalin gedraagt in feite een politiek watje pur sang is.