De Venezolanen kozen zondag een opvolger voor de socialistische president Hugo Chávez die vorige maand aan kanker overleed. Zijn vice-president Nicolás Maduro zou de verkiezingen hebben gewonnen, hoewel de linkse regeringspartij verantwoordelijk is voor de enorme economische en sociale problemen waar het Zuid-Amerikaanse land mee kamp.
Chávez wees Maduro in december aan als zijn opvolger, vlak nadat hij een vierde ambtstermijn als president had gewonnen. Zijn tegenstander, de centrumkandidaat Henrique Capriles, kreeg 44 procent van de stemmen.
Capriles nam het gisteren wederom op tegen de regeringspartij, maar slaagde er net niet in een meerderheid van de Venezolanen ervan te overtuigen dat een koerswijziging nodig is om hun land uit de crisis te trekken. Hij kreeg deze keer 49,1 procent van de stemmen, hoewel zijn team beweert dat er is gefraudeerd. Wellicht dat het verschil tussen beide kandidaten in werkelijkheid nog kleiner was.
Maduro voerde campagne als de "zoon van Chávez" en ging net als zijn mentor tekeer tegen de "kleine bourgeois" Capriles die volgens hem de belangen vertegenwoordigd van de Venezolaanse rijken en de Verenigde Staten - een imperialistische mogendheid, zeggen de socialisten, die Chávez misschien heeft vergiftigd.
In tegenstelling tot de verkiezingen van vorig jaar oktober was Capriles de afgelopen weken weinig kritisch over Chávez zelf. Hij besefte dat het volk rouwt om de oud-president en veel kiezers uit eerbied voor de kandidaat van de regeringspartij zouden stemmen. Capriles probeerde hen te doen inzien dat de erfgenamen van Chávez niet zo sociaal zijn als zij beweren, noch dat hij zo rechts is als zij het electoraat voorhielden. Capriles trok van leer tegen het "roekeloze kapitalisme" en noemde zichzelf een "progressieve" kandidaat die het voorbeeld zou volgen van de Braziliaanse oud-president Lula da Silva, een socialist die markthervormingen doorvoerde en pleitte voor vrijhandel.
Het mocht niet baten. Een kleine meerderheid van de Venezolanen neemt de linkse propaganda voor waarheid aan en weigert te erkennen dat het populistische beleid van Chávez heeft geleid tot voedseltekorten en stroomstoringen. Venezuela is de tiende olie-exporteur ter wereld, maar importeert noodgedwongen geraffineerde producten omdat de industrie is verwaarloosd sinds die werd genationaliseerd. Geschat wordt dat de inflatie dit jaar boven de 30 procent zal uitkomen.
Capriles weet dat het socialistische model "onhoudbaar" is. "Het wordt met de dag moeilijker om voedsel te krijgen en voedsel wordt met de dag duurder," zei hij vorige maand. Maar dat is natuurlijk niet de schuld van Chávez noch zijn beleid. Het zijn de kapitalisten en de imperialisten die Venezuela arm houden! Daarom probeert de regering een nieuwe wet door het parlement te drukken die zogenaamde monopolies moet tegengaan.
De wet zou de regering de macht geven elke private onderneming (staatsbedrijven zijn uitgezonderd) over te nemen die teveel macht uitoefent op de sector. Aangezien de rechtbanken net als het parlement met leden van de regeringspartij zijn gevuld, is er voor bedrijven weinig mogelijkheid om de wet aan te vechten.
In plaats van het eigen protectionistische en socialistische beleid te herzien, geeft de regering de toch al kleine private sector de schuld van de almaar stijgende prijzen en teruglopende productie - met als waarschijnlijk gevolg: nog minder private productie, een verder slinkend aanbod, en dus verdere prijsstijging.
Misschien dat Capriles maar blij moet zijn dat hij deze puinhoop niet erft...