Duurzame energie? Je hoeft er niet an sich tegen te zijn. Er is geen verschil tussen onnadenkend voor duurzame energie te zijn en onnadenkend tegen duurzame energie. Zonne-energie is een goed voorbeeld voor een reëel duurzaam beleid. In 2017 is het opwekken van zonne-energie met veertig procent toegenomen. Dat blijkt uit jaarcijfers van energieopwek.nl, een initiatief van het Energieakkoord in samenwerking met EnTranCe, Tennet, Gasunie en Netbeheer Nederland.
Via windmolens werd een derde meer energie opgewekt dan een jaar eerder. Windpark Gemini ten noorden van de Waddeneilanden droeg voor een groot deel bij aan deze toename.
Van alle stroom die in Nederland is opgewekt, is momenteel 10 procent duurzaam.
Rechtse mensen hebben de neiging om sowieso tegen duurzame energie te zijn, omdat het 'een typisch links onderwerp is'. Dat is natuurlijk pertinente onzin, al wil ik niet net als de VVD duurzame energie zien als de mogelijkheid 'om geld te verdienen'. Ik zit daar zelf tussenin. Het opwekken van energie door burgers zelf, zij het op bijna elk mogelijke manier, is een weg naar meet zelfredzaamheid en vrijheid.
Zonne-panelen hebben veel potentie tot innovatiemogelijkheden en ontwikkelingen in efficiëntie en effectiviteit. Zonne-panelen zelf kunnen dus nog veel beter worden dan ze nu zijn.
Windmolens daarentegen hebben veel
onderhoud nodig en kunnen energie niet opslaan. Er moet een constante stabiele stroom zijn van elektriciteit en daarvoor is andere energie nodig (vaak grijs) om die stroom stabiel te houden.
In het duurzaamheidsdebat moeten we dus vooral focussen op mogelijkheden voor gezinnen en particulieren om zelfredzaam te zijn en meer gebruik te maken van het zelf opwekken van energie. Nu bouwen we vooral windmolens die na niet al te lange tijd (deels) vervangen moeten worden en continu onderhouden dienen te worden. Dat die windmolens ook nog afzichtelijk zijn is een heel ander verhaal.
Dus hup hup voor zonne-energie.