Ook kleine cafés moeten eraan geloven: Het rookverbod geldt binnenkort in alle horeca.
Staatssecretaris Martijn van Rijn van Volksgezondheid is wel bereid een aantal maanden uitstel te verlenen, omdat de behandeling van de wet die het algemene rookverbod moet regelen in de Tweede Kamer vertraging heeft opgelopen. Maar van afstel komt het niet. "Wij zijn er klaar voor, horecaondernemers weten dat dit eraan komt," zegt Van Rijn. "Ik ga kijken of ik het verbod zo snel mogelijk na de Kamerbehandeling kan invoeren, bijvoorbeeld op 1 oktober."
Het verbod had op 1 juni al moeten ingaan. In eenmanszaken kan dus nog een zomer worden gerookt, daarna is het afgelopen.
Het rookverbod werd in 2008 in het leven geroepen met het argument dat personeel in de horeca net zo goed recht heeft op een rookvrije werkplek als werknemers in andere sectoren. Daar is wat voor de zeggen, hoewel het in principe de beslissing zou moeten zijn van de baas of hij wil er dat in zijn zaak wordt gerookt. Het is immers zijn zaak. Is een werknemer het niet met die beslissing eens (omdat hij juist wel of juist niet wel roken), dan kan 'ie elders een baan zoeken.
Maar goed, gelijke monniken, gelijke kappen. Roken mocht voortaan alleen nog in speciale rookruimten.
Horecaondernemers die echter geen personeel in dienst hebben, hoefden zich toch zeker niet aan dat verbod te houden? De bedoeling was immers personeel een rookvrije werkruimte te geven, niet om het gedrag aan te sturen van vrije ondernemers en de klanten die uit vrije wil hun zaken bezoeken. Dus maakte minister van Volksgezondheid Edith Schippers in 2010 een uitzondering voor de kleine horeca. In cafés met een oppervlakte van minder dan 70 vierkante kilometer en zonder personeel mocht weer worden gerookt.
Daar waren grote zaken dan weer boos over, want zo konden zij niet eerlijk concurreren. Ook bepaalde het gerechtshof in Den Haag vorig jaar dat de uitzondering niet mocht. Dus was er behoefte aan een herziening van de wet.
Idealiter zou de staat dan nu eindelijk erkennen dat een rookverbod niet is te rijmen met de ondernemersvrijheid, maar zoals wel vaker delft de laatste het onderspit in de strijd tegen betutteling en bemoeizucht. Wat begon als een wet die bedienend personeel moest beschermen tegen de schadelijke effecten van meeroken, is uitgelopen op een poging om roken als zodanig uit de horeca te bannen. Staatssecretaris Van Rijn gaf dat vorig jaar toe. "Het moet normaal worden dat er nergens in de horeca wordt gerookt," zei hij. En als dat niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. We kunnen de burger immers niet vertrouwen dat hij zelf de juiste keuzes maakt...