Vaderdag, spekkoekdag

Waarom een aparte dag voor vaders? Zij kregen al vanzelfsprekend waardering, in de vorm van een loonzakje of –strookje, en de liefdevol door hun vrouw gekookte maaltijden. Maar in Amerika wilde Sonora Smart Dodd haar vader eren, omdat hij haar en nog vijf kinderen zonder moeder had groot gebracht. In Nederland waaide de traditie nipt voor de Tweede Wereldoorlog over. Een leuk (en heel Nederlands) detail is dat Vaderdag aanvankelijk in oktober werd gevierd, maar verplaatst naar de derde zondag in juni op initiatief van de toenmalige Nederlandse Bond van Herenmodedetaillisten – ongetwijfeld had dat te maken met de verkoop van sokken en stropdassen.

Hoe dan ook, vaders hebben hun eigen dag en daarmee recht op cadeautjes en ontbijt op bed. Natuurlijk is hij al dolblij met een lichtelijk aangebrand stukje toast en een iets te hard gekookt ei, maar als je werkelijk je liefde en waardering wilt tonen, is het mooi iets te maken waar flink wat moeite in zit.

Een van mijn vaders lievelingslekkernijen (en dat zijn er heel wat) is spekkoek – die uit zo veel mogelijk, laagjes opgetrokken ronde cake. Zijn, net als hij in Indonesië geboren moeder bakte ze traditioneel rond het einde van het jaar; een voor elk kleinkind dat ze had. Dagenlang was ze ermee bezig. Ze zat dan, een sigaretje in de hand, naast haar oventje te wachten tot het garen van een laagje beslag, waarna ze een volgend laagje kon aanbrengen.

Sinds ze er niet meer is, ben ik begonnen met het zelf maken van de spekkoek. Het recept is enigszins aangepast – iets minder boter, maar nog altijd meer dan genoeg. Heel moeilijk is het niet, maar je bent er wel een paar uur intensief mee bezig. Tijd om tussendoor even iets anders te doen is er niet, behalve misschien het roken van een sigaretje.

Ingrediënten

500 gram roomboter (op kamertemperatuur)

500 gram fijne suiker

180 gram bloem (gezeefd)

10 eieren (gesplitst)

5 theelepels anijs

10 theelepels kaneel

5 eetlepels kruidnage

3 eetlepels nootmuskaat

6 fijngestampte kardamoms

Roer eerst de boter met een mixer tot ze goed zacht is geworden. Voeg er dan de eierdooiers en suiker bij en laat het nog een kwartiertje goed draaien. Klop ondertussen het eiwit stijf. Schep dat door de botermassa. Zeef als laatste de bloem door het mengsel en schept het er voorzichtig door om niet te veel lucht te verliezen. Verdeel het beslag in twee ongelijke porties (bij een van de twee komen nog de kruiden namelijk). Meng de kruiden goed door een portie beslag. Je kunt ook eventueel wat groene of rode kleurstof door het witte beslag mengen, voor een wat meer kleurrijk resultaat.

Vet een springvorm (ca 20 cm doorsnede) goed in met boter. Begin dan met een laagje wit beslag. Ik doe altijd een flinke lepel beslag die ik met de achterkant van de lepel uitsmeer. Zet de vorm onder de grill en wacht tot het laagje gaar (heel lichtbruin) is. Doe er dan een laagje bruin beslag op (heel voorzichtig smeren om te voorkomen dat je het onderste laagje beschadigt). Herhaal dit ritueel tot het beslag op is – het is mooi te eindigen met een wit laagje. Denk eraan: hoe meer laagjes, hoe groter de liefde die je ermee verklaart!

Wanneer je klaar bent met het laatste laagje, is de koek ook klaar! Serveren met een goed kopje koffie en een paar mooie zomersokken.