Niet u, maar Unilever bepaalt wat goed voor u is. Het bedrijf voert politieke campagnes om het plebs te verheffen, zonder het iets te vragen. En winst enzo? Ach, dat kan wachten, geld verdienen is toch maar maatschappelijk onverantwoord.
Het gaat lekker met onze eigen voedingsmiddelengigant. Eerder berichtte ik al over de bizarre Corporate Social Responsibility die Unilever zichzelf toedicht. Door duurzaamheidskeurmerken binnen te slepen, hoopt Unilever een plaatsje te bemachtigen in de groene hemel. De Groene Lobby vindt het allemaal schitterend uiteraard, al blijven ze het bedrijf uiteraard wel onder druk zetten.
Unilever moet zich het recht voorbehouden klanten geen keus te laten, aldus de milieuactivisten. Consumenten móeten kiezen voor de door hen gezalfde produkten. Doet Unilever niet mee, dan is een keiharde anticampagne het gevolg. Ze hebben bedrijven voor minder kapotgemaakt.
Vanaf 2015 kunnen consumenten daarom als het aan Unilever ligt alleen nog maar produkten kopen waarin duurzame palmolie verwerkt is. Normale palmolie is uit de gratie. Wat denkt Unilever dat het is? Groenlinks?
Misschien moet het bedrijf er even aan herinnerd worden dát het een bedrijf is, geen NGO of politieke partij. Winst maken zou de kerntaak moeten zijn en dat doe je door te leveren waar consumenten naar vragen. Consumenten is nooit iets gevraagd. Groene palmolie wordt ze door de strot geduwd. Voor een betere wereld, zonder uw keuzevrijheid.
En dit is slechts het plaatje dat we in het Westen meekrijgen. Unilevers groene evangelie heeft namelijk buitengewoon pijnlijke gevolgen voor de ontwikkelingslanden waarin het actief is.
Doordat Unilever door groene NGOs gedwongen wordt om over te gaan op RSPO-gecertificeerde palmolie, gaan die producenten eraan onderdoor. Duurzame palmolie is duurder dan gewone palmolie. Het aanbod overstijgt de vraag, desondanks vinden kopers het nog altijd te duur. Duurzame palmolieboertjes kunnen hun produkten dus niet kwijt, terwijl ze wel in de tang van de groene NGOs zitten om alleen duurzaam te produceren. Greenmailing noemen we dat.
Iets soortgelijks gebeurt met papier. Dat moet volgens allerhande Gecertificeerde Goedmensen NGOs geproduceerd worden onder het FSC-keurmerk. Het Forest Stewardship Council lijkt de meest sympathieke aller keurmerken: een beetje bossen redden, papierproduktie duurzaam maken en alles komt goed. Alleen is er ook nog zoiets als het Programme for the Endorsement of Forest Certification (PEFC), ook een NGO die (veel meer) bossen wil beschermen. Greenpeace is hierin niet geïnfiltreerd en ze verdienen er geen geld aan, wat de activisten bestraffen door bedrijven onder druk te zetten die handelen in PEFC-hout. De vraag naar FSC-hout wordt gecreërd door het PEFC zwart te maken. Ook hier wordt de consument niets gevraagd en kunt u straks alleen nog kiezen voor hout en papier dat Greenpeace en het WNF hebben gezegend. Gewone houtwerkers worden getroffen door de guerillatactieken van groene NGOs. En dan hebben we het uiteraard niet over macrobiotisch verantwoorde houtwerkers in Buitenveldert. Unilever heeft namelijk expliciet aangegeven houtproduktie in ontwikkelingslanden op de korrel te zullen nemen. Vooral Indonesië moet het daarbij ontzien.
Unilever loopt ook wat papier betreft weer heerlijk voor de troepen uit; het gebruikt vanaf 2020 alleen nog maar verpakkingsmateriaal met het FSC-keurmerk. Niet zozeer uit vrije wil, maar omdat het anders de geduchte smaadmachine van de greenies over zich heen krijgt.
Ondertussen laat het bedrijf geen gelegenheid liggen om te proclameren hoezeer het betrokken is bij de ontwikkeling van derdewereldlanden. Alleen wel jammer dat het voortdurend buigt voor milieubelangen en de gewone arbeiders geen meter vooruit helpt met het vergroten van hun welvaart. Oliedom en hypocriet, want eerder liet ik al zien dat het vergroten van de welvaart en milieubescherming hand in hand gaan.
We moeten ons afvragen op basis waarvan Unilever deze vreemde koers is gaan varen. Er zijn eigenlijk twee mogelijkheden en die zijn beide schokkend. De eerste is dat Unilever denkt dat het de capaciteiten en het recht heeft om voor overheid te spelen. Het is geheel onduidelijk waarop Unilever dat baseert en getuigt van pure hybris. De tweede mogelijkheid is dat Unilever, een van de grootste voedingsmiddelenproducenten ter wereld, gewoonweg ontzettend laf is en daarom voortdurend buigt voor de belangen van de groene lobby.
Uiteindelijk zal Unilever op deze manier op de klippen lopen. Want hoe denkt het aandeelhouders tevreden te stellen met een bedrijfsvoering waarin winst ondergeschikt is aan allerhande milieudoelstellingen? Vinden aandeelhouders het zomaar goed dat hun potentiële dividend wordt afgeroomd door de milieumaffia?
Unilever feliciteert zichzelf met zijn milieustrategie, maar hoe dacht het bedrijf in de toekomst in ontwikkelingslanden te opereren? Als je de lokale overheden en gewone werknemers daar voortdurend in hun gezicht spuugt en hun welvaart ondergeschikt acht aan de belangen van de groene lobby, verbetert dat je groeikansen niet. Het bedrijf gaat nog verder tegengewerkt worden.
Kortom, als Unilever enige visie en overlevingsdrang heeft, vecht het terug tegen de greenmailers en vaart het zijn eigen koers.